Met tekst van Erik Kessels en Chris Reinewald

'Fringe Phenomena' zou je kunnen vertalen als 'randverschijnselen'. André Thijssen fotografeert toevalligheden die iedereen ziet, maar die een normaal mens negeert omdat ze er niet toe doen. Het mooie van fotografie is dat deze trivialiteiten op de gevoelige plaat vastgelegd er ineens wel toe lijken te doen. Boterhammen die op straat liggen, ieder met een gat erin; een tafel op z'n zijkant met een stapel kolen er tegenaan; een opwaaiend gordijn; een vreemd gevormde wolk. In dit boek krijgen ze niet alleen erkenning, maar werken ze bovendien als een kweekbodem voor de fantasie. Opmerkelijkheid, verwondering en humor tellen daarbij zwaarder dan esthetiek. Er zullen zich best wel wat fotografen in Thijssens visie herkennen. Hij is niet de eerste die een reflectie in een raam of een barst op een muur vanwege zijn eigenaardigheid vastlegt. Maar zowel in kwaliteit als hoeveelheid overtreft hij vrijwel iedereen. Dit is het werk van een ware specialist. Het is verbazingwekkend hoe suggestief de trivialiteiten in Fringe Phenomena werken en hoeveel er in het boek staan. Binnen de omslag vinden we twee boeken vol. Die in deel 1 zijn geselecteerd door Erik Kessels, die in zijn voorwoord suggereert dat het om het topje van de ijsberg gaat. In deel 2 vinden we de iets abstractere selectie van de fotograaf zelf, met een voorwoord van Chris Reinewald. Over de selectie van Kessels kun je praten, die van Thijssen zijn wat minder verhalend en draaien meer om puur kijken.