Deze verhalenbundel werd bij zijn publikatie in 1973 meteen geklasseerd als één van de hoogtepunten uit Ward Ruyslincks oeuvre. Voornamelijk het titelverhaal, in feite een uitgebreide novelle, gaf aanleiding tot geestdriftige beschouwingen als:
Op dit moment ken ik in de Vlaamse literatuur geen schrijver die zo afgerond een novelle of een kort verhaal kan schrijven. Het titelverhaal is zelfs een hoogtepunt in de gehele naoorlogse Nederlandstalige literatuur. (Wim Hazeu in de Haagse Courant)

Precies door dit evenwicht, waarbij een aantal voor hem typische thematische en stilistische eigenschappen in een geslaagde verhouding komen te staan, kan De verliefde akela wel aan het rijtje van Ruyslincks beste verhalen worden toegevoegd.
(P. de Wispelaere in Het Vaderland)

Hij komt in zijn werk tot een vaak bizarre, soms surrealistische sfeer, die het gebeuren in een beklemmend kader plaatst.
(Wim Kok in De Volkskrant)

Je kan niet anders als de manier bewonderen waarop Ruyslinck die heel eigen sluitende wereld opbouwt.
(Herman Leys in De Standaard)

Ward Ruyslinck is een grootmeester in het schrijven van verhalen. Het titelverhaal De verliefde akela is fenomenaal. Een van de beste verhalen die ik de laatste tijd van een Vijftiger gelezen heb.
(Knippenbergs Literatuurkrant)

INHOUD
De verliefde akela
Twaalf miljoen gaatjes
Het onderhoud
De receptie
Saneren