Anton van Dyck (1599-1641) leefde en werkte in Antwerpen, Genua en Londen. Als veertienjarige schilderde deze leerling van Rubens portretten met meesterhand. Opvallend snel wisten de belangrijkste en meest kritische opdrachtgevers uit die dagen de weg te vinden naar zijn Antwerpse atelier. Het hoogtepunt in zijn carri re begon in 1632, toen hij door Karel I naar Londen werd gehaald. Het Engelse Hof gold in het toenmalige Europa als de kunstzinnigste en prachtlievendste omgeving waar Van Dyck zich ontpopte als de invloedrijkste portretschilder n Rubens. Deze uitgave begeleidt de grootste Van Dycktentoonstelling ooit waarin Anton van Dyck met meer dan tachtig schilderijen volledig' in beeld wordt gebracht: zowel de werken waarin hij zich profileert als religieus, contrareformatorisch schilder als zijn beroemde portretten komen aan bod. De tentoonstelling is het resultaat van voortdurend evoluerend kunsthistorisch onderzoek naar de waarde en betekenis van Anton van Dyck en toont verschillende werken die ontbraken op de overzichtstentoonstellingen in Washington (1990-'91) en Genua (1997). De tentoonstelling loopt in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen van 15 mei tot 15 augustus en zal tijdens de herfst te bezoeken zijn in de Royal Academy of Arts in Londen. Van Dyck 1599-1641 schetst een opmerkelijk volledig beeld van het leven en werk van de kunstschilder. De samenstelling en inleiding werden toevertrouwd aan Dr. Christopher Brown (Ashmoleum Museum, Oxford) die algemeen beschouwd wordt als d autoriteit op het vlak van de Van Dyck studie. Prof. Dr. Katlijne van der Stighelen (K.U.Leuven) besteedt aandacht aan de leerjaren in Antwerpen, terwijl de Genuese periode (1621-1627) uitvoerig aan bod komt in de bijdrage van Dr. Piero Boccardo (Galleria di Palazzo Rosso, Genua). De Antwerpse jaren voorafgaand aan zijn vertrek naar Engeland werden bestudeerd door Prof. Dr. Hans Vlieghe (Nationaal Centrum voor de Plastische Kunsten, Antwerpen). Malcolm Rogers (Museum of Fine Arts, Boston) tenslotte neemt ons mee naar het Hof van de Stuarts voor de belangrijke laatste zeven jaren van een veel te korte kunstenaarscarri re. Dit standaardwerk werd uitvoerig ge llustreerd en voorzien van een uitgebreide bio- en bibliografie.