Dit is Darsie van Dijk. Darsie kan alles. Hij kan voetballen en vioolspelen, pannenkoeken bakken, heel hard achteruit rennen en op zijn handen lopen. Hij spreekt zeven talen (waaronder Russisch en Japans) en hij kent alle hoofdsteden van alle landen op de wereld. En er is geen dier waar hij de Latijnse naam niet van kent. Hij laat ook graag zien wat hij allemaal kan. Zo kan hij een iglo bouwen die er net zo uitziet als het Paleis op de Dam. Hij kan skiën op één been en hij kan 125 kilo spaghetti met gehaktsaus klaarmaken zonder dat de slierten aan elkaar plakken.
In zijn kamer staat een kast met daarin veertien zilveren bekers. Aan de muur hangen alle oorkondes die hij heeft gewonnen en ale medailles omdat hij ooit ergens de beste in was. Er is eigenlijk niets wat hij niet kan. Hoewel? Hij kan geen vrienden maken. Andere kinderen zijn jaloers op hem of vinden hem gewoon stom. Zelfs zijn ouders ergeren zich groen en geel aan hem. (blz. 8)

Darsie is een heel slim kind, hij weet heel veel dingen. Zijn ouders vinden dat niet interessant. Het enige waar zij interesse in hebben is hun winkel waarin ze keukens verkopen. Op een dag ziet zijn moeder een advertentie voor kinderasiel De Gouden Bergen.

Darsie wordt hier naar toe gestuurd. Hij wordt door zijn vader met de auto naar Zwitserland gebracht. Darsie heeft er zin in. Hij heeft gelezen dat er heel veel computers en boeken zijn. Dat betekent dat hij alles kan opzoeken wat hij wil weten…

In het kinderasiel ontmoet hij Bibi. Bibi woont hier al een paar jaar. Ze wordt aangewezen als zijn gids voor de eerste dagen. Ze waarschuwt hem dat het helemaal niet zo leuk is in De Gouden Bergen. Bibi maakt plannen om te ontsnappen.

Is het zo leuk in De Gouden Bergen als Darsie denkt? Zal hij voor het eerst van zijn leven vrienden maken? Wanneer ziet hij zijn ouders weer?