'Rede ter Aanvaarding van het Hoogleraarsambt in de Geschiedenis der Nederlandse Letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht op 25 maart 1946 uitgesproken door Dr. W.A.P. Smit'.

Op 25 maart 1816 - dus wat deze nieuwe professor betreft - op de dag af 130 jaar terug, besteedde de intredende hoogleraar zijn rede aan Adam Simons.
' (...). Deze voorganger uit 1816 droeg de naam van Adam Simons. Na aan De Vuursche en te Thamen predikant te zijn geweest, werd hij op 46-jarige leeftijd geroepen tot het hoogleraarsambt in de Nederlandse letteren, dat hij tot zijn dood in 1834 is blijven vervullen. Zijn predikantschap dat hem tot deskundige op het gebied der welsprekendheid stempelde, zal aan deze benoeming wel niet vreemd zijn geweest. Zelf schreef hij haar echter (en wellicht niet ten onrechte) in de eerste plaats toe aan het feit dat hij dichter was: "En zou ik het ooit vergeten kunnen, of, op dezen plegtigen dag, voor U mogen verzwijgen?" - zegt hij in zijn oratie - "hoe zij (de dichtkunst) mijn aan den besten der Koningen heeft aanbevolen, toen het Hoogst dezelve behaagde, bij de herstelling en uitbreiding van Utrecht's Hooge School (waar voor God hem moge zegenen!) mij eene plaats aan te wijzen, onder deze geleerde mannen". (...)'.

Prof. dr. Wisse Alfred Pierre Smit was een Nederlands letterkundige en dichter.
Pierre Smit publiceerde onder de naam W.A.P. Smit.
Hij publiceerde met name over zeventiende-eeuwse Nederlandse literatuur en was van 1945 tot 1968 hoogleraar aan de Rijks Universiteit Utrecht.
Geboren: 6 december 1903, Heumen
Overleden: 20 juni 1986, Utrecht