Het kwam mij voor, dat Richard Drummond bij uitstek geschikt was om zich in te leven in een andere godsdienst en een dialoog daarmee aan te gaan. Hij was daartoe dan ook goed voorbereid, want hij had vijftien jaren doorgebracht in het Oosten ( ). Momenteel is hij professor in oecumenische missiestudies en in de geschiedenis van de godsdiensten in de V.S. en bovendien gast-professor aan het Tokyo Union Theological Seminary. Een brede theologische en godsdiensthistorische kennis en een blijvend contact met het Oosten maken hem zeer competent om ons in te leiden in het vroege boeddhisme en om ons de weg te wijzen hoe wij als christenen hier tegenover moeten staan. Daarom is de ondertitel zo juist gekozen: een bijdrage tot godsdienstig inzicht. Want dit is de sterkste zijde van deze zeer leesbare en toegankelijke studie. Religieus inzicht vooronderstelt allereerst een diepgaande kennis van en inleving in de godsdienst van de ander. Drummond voldoet hieraan ten volle door zich te verdiepen in de oorspronkelijke teksten van het boeddhisme om zo tot het wezen van deze godsdienst door te dringen. Maar, omdat hij zich vooral heeft toegelegd op Japanse studies, is hij in de benadering van dat materiaal beïnvloed door bekende Japanse boeddhologen. Zo komen oud en nieuw bij elkaar en hebben wij te doen met een levend boeddhisme. Maar religieus begrip of dialoog vooronderstelt ook een degelijke kennis van en inleving in de eigen godsdienst, in dit geval het christendom. Ook in dit punt komt hem alle lof toe. Wij hebben hier te doen met een breed geïnformeerde theoloog, die even goed thuis is in de reformatorische als in de katholieke moderne theologie van de godsdiensten.’
dr. A. Camps ofm.
hoogleraar in de missiologie
aan de Universiteit van Nijmegen.