Flaptekst

DRENKELINGEN
VERHALEN VAN EEN BARMAN IN DE VERANDERENDE STAD

In DRENKELINGEN beschrijft Piet Oomes gebeurtenissen en scenes in het café waar hij als barman werkt.
Het is een café in het hart van Amsterdam zoals er nog zoveel van zijn, maar tegelijk ook steeds minder.
De scenes zijn kort, met vaste gasten of met vreemdelingen. Soms zijn het gebeurtenissen die zich vlak
voor zijn neus afspelen, dan weer zijn het herinneringen die zich aandienen. Maar vaak ook lijkt er in de
verhalen vrijwel niets te gebeuren, met alleen een paar klanten als figuranten aan een tafeltje.
Tegelijk wordt een beeld geschetst van de onvermijdelijke verandering van de Amsterdamse binnenstad,
zoals die op de straat voor het terras te zien is, en zoals die zich ook in het café zelf voltrekt; oude verhalen
die plaats maken voor korte gesprekken in het Engels, lunchkaarten die overal liggen, een glaasje vieux dat
nog één keer gedronken wordt, bij het overlijden van een jeugdvriend van de barkeeper. Toch zijn de verhalen
niet somber; integendeel. Melancholisch af en toe, maar daardoorheen schemert altijd het optimisme van de
barman, want er valt nog genoeg moois te zien.

DRENKELINGEN is ook het verhaal van Oomes’ vader die plotseling overlijdt.
Steeds vaker geeft het café aanleiding tot jeugdherinneringen, steeds meer lijken de verhalen bevolkt te worden
door vaders en zonen. Wanneer ook zijn moeder snel begint te dementeren neemt de barman een besluit.

DRENKELINGEN is prachtig geïllustreerd met tekeningen van zestien vooraanstaande Nederlandse striptekenaars.
De tekeningen zijn net zo verschillend van elkaar als het bonte gezelschap gasten in het café.
En net zoals de gasten vormen ze samen een onontkoombaar geheel.

De tekenaars zijn:

Jan Cleijne, Milan Hulsing, Aimée de Jongh, Erik Kriek, Frenk Meeuwsen, Victor Meijer, Aloys Oosterwijk,
Sam Peeters, Michiel van de Pol, Aart Taminiau, Floris Tilanus, Jedan Tutuhatunewa, Typex, Erik Varekamp,
Willem Vleeschouwer, Emanuel Wiemans.