Bevat de volgende titels:

De kleine wereld
Het is geen groote wereld, die twee landloopers op bedeltocht in één dag doorloopen maar dood en leven, goed en kwaad zijn, als in het Clauberg- Terzande van 't kleine Daantje Diddes, ook hier de grenzen. En grooter is de wereld nergens... Chef en Jochem zijn de twee landloopers uit Herman de Man's boek "De Kleine Wereld". Ze staan 's morgen te Schoonhoven op van hun britsen in een groot „slaaphok" en dan begint het boek. Ze wandelen bedelend en pratend naar Ysselstein en dan is 't boek uit. Maar heel een wereld ligt er tusschen Schoonhoven en Ysselstein. En zooals Alie van Wijhe-Smeding haar wereld door de oogen van een kleinen, speelschen en droomerigen jongen beschreef, zoo beschrijft Herman de Man door de oogen van twee oude zwervers „de Kleine Wereld" tusschen Schoonhove n en Ysselstein.

Een stoombootje in de mist
Een stoombootje in de mist, gaat over kermisklanten, bedelaars en gauwdieven, die elkaar altijd en overal weer tegenkomen. Als zij toevalligerwijs op dezelfde boot elkaar tegenkomen, ontstaat tijdens een plotselinge mist een levendige samenspraak, waarin talloze ongelofelijke verhalen en anekdotes de revue passeren.

Geiten
Geiten speelt zich af op voor Herman de Man vertrouwd terrein .Tussen Woerden ,zijn geboortestad , en Oudewater , het centrum van de streek waar zijn meeste romans gesitueerd zijn,loopt het lommerrijke riviertje de Linschoten , en daar komt de hoofdpersoon van Geiten ( de menselijke hoofdpersoon althans ) vandaan.Die hoofdpersoon is een daglonersvrouw die nog feodaal is opgevoed ,al heeft de plaatselijke adel zijn bezittingen aan rijke burgers moeten verkopen . Zij woont alleen met haar geiten en haar jongste dochter ,aan wie zij zich buiten mate hecht .Maar haar dochter trekt naar Den Haag en wordt daar een echte dame .De moeder gaat mee , maar kan in de residente niet aarden . De enige troost in haar eenzaamheid is de geit , die ze zelfs in de stad nog behouden heeft