Op de laatste schooldag van het jaar krijgt Tjeerd te horen dat hij op zomerkamp gaat. Ondernemend dat hij is, besluit hij om uit deze uitdaging het beste te halen wat mogelijk is. Eenmaal op bestemming aangekomen, bij Kamp de Maasbiezen, ontmoet hij zijn teamleden. Al snel leren ze dat samenwerken leidt tot een onverslaanbaar sterk team. Uit deze zeer verschillende mensen, Ward, Anne, Dennis en Tjeerd, ontstaat dan ook al snel een hecht samenspel waarin iedereen zijn eigen vaardigheden heeft. Tijdens het zomerkamp is er een wedstrijd die, in de laatste week, drie dagen zal duren. Ze moeten dan met een zelfgebouwd vaartuig een tocht door het Brabantse moeras de Biesbosch varen. Tjeerd en zijn kameraden weten een oude rietsnijders aak te bemachtigen die al meer dan 65 jaar tussen de bomen verscholen op het droge ligt. Tijdens zeer hoogwater en de nodige overstromingen van de rivier, weten ze hem weer vlot te krijgen. Na hard werken en veel tegen slagen weten ze het vaartuig weer op te knappen. Ze dopen hem de IJsvogel. Hun rivalen doen er alles aan om hen te verslaan. Er wordt zelfs een aanslag op hen gepleegd waarbij ze alles verliezen wat ze hebben gebouwd. Ook raken ze in gevecht met gevaarlijke stropers die hen het leven zuur maken. Samen weten de kameraden echter de stropersbende te verslaan en op te rollen. Aan het einde zullen ze met de IJsvogel finishen, en of ze zullen winnen? Lees het in: “Op Kamp in de Tropen”.