Professor doctor dominee Johannes de Zwaan,'s-Gravenhage 26.06.1883 - Leiden 23.12.1957.
Hij diende een tweetal Gemeenten binnen de Ned. Herv. Kerk: Heemse (Ov.) 1907 en Baambrugge 1911-1912. Werd in 1912 tot het hoogleraarschap in Leiden beroepen, daarna in Groningen en tenslotte in Leiden van 1929- 1953.
Buitengewoon produktief geleerde; hij excelleerde op het terrein van het N.T. en de christelijke letterkunde;
hij bestudeerde expliciet -zette ook zijn studenten op dit spoor - de Hellenistische wereld waarin de eerste christengemeenten ontstonden en leefden.

'Voorrede (van het hier geboden boekwerk).
Wat in de voorrede van het eerste deeltje is gezegd over de eischen, die het karakter der V.U.B. stelt aan en beknopte Inleiding tot het Nieuw Testament, behoeft hier wel geen herhaling.
De bedoeling is, dat de lezer zooveel mogelijk zelf zou te zien krijgen, hoe men aan beslissingen komt, waar de vragen vandaan komen, waarom sommige antwoorden niet zijn te aanvaarden en hoe men nog te weten kan komen wat niet door den aard der gegevensvoor ons verborgen blijft. (...).
Evenmin als het eerste deeltje beoogt dit tweede den lezer op de hoogte te brengen van al de standpunten, die zijn ingenomen, en de discussies, die gevoerd zijn: niet de geschiedenis der inleidings-wetenschap, maar 'de vragen' der Inleiding en 'de feiten', die daarbij te pas komen, moesten hier oriënterend uiteen worden gezet. (...).
Een derde deeltje, dat weldra volgt, zal de Algemeene zendbrieven, de Openbaring en de Algemeene Inlei-ding, d.w.z. textcritiek en canongeschiedenis omvatten.
Leiden, Mei 1941. J.de Zwaan'.

Deel II van in totaal drie delen.