Titels en inhoud van de afzonderlijke delen:
Deel 1: Fraaie historie ende al waar. Ridderverhalen: Het Roelantslied, Karel ende Elegast, Lanceloet en het hert met de witte voet, 'T Prieel van Troyen, Floris ende Blancefloer . Deel 2: Een groot schat in een klein vat. Geestelijke vertelkunst: Vanden levene ons Heren, De reis van Sente Brandane, Beatrijs. Deel 3: Neemt hier exempel an. Satire, lering en vermaan: Van den vos Reynaerde, Esopet, Jan van Ruusbroec: Van seven trappen in den graed der gheesteleker minnen, Jacob van Maerlant: Vanden lande oversee en der kerken claghe. Deel 4: Wie wil horen een goed nieuw lied? Liederen en gedichten: Henric van Veldeke: Minneliederen,
Hertog Jan I van Brabant: Minneliederen, Hadewijch: Strofische gedichten ( selectie ) , Een suverlyc boeckken, Antwerps liedboek ( selectie ), Anthonis de Roovere: Gedichten ( selectie ), Egidius, waer bestu bleven?, O cranc, onseker, broosch englien, Heer Halewijn zong een liedekijn, Het waren rwee koningskinderen, Van sinte Geertruden minne, Van den kerels, Ick wil my gaen vermeyden, Ic was in mijn hoofkijn om cruyt gegaen, Die werelt hielt mi in haer ghewout. Deel 5: Hoort wat men U spelen zal. Toneelstukken: Lanceloet van Denemerken, Esmoreit, Gloriant, Nu noch, Het spel van de vijf vroede ende van de vijf dwaeze maegden, Elkerlijc, Mariken van Nieumeghen, Esbatement van den appelboom, Hanneken Leckertant. Deel 6: O muze, kom nu voort. De ontluiking van de renaissance. Jan van Hout: Betoog, Erasmus: Enkele colloquien: Absurda, Hippoplanus, Exequiae seraphicae, oftewel Vreemdt bescheedt, Dialogus van dry personagiën, Minnenbroeder uyt-vaert, Coornhert: Mens en werk, Het vijfde boeck Odysseae Homeri, Enkele lustighe historiën oft nieuwigheden Joannis Boccatii, Uit zedekunst, dat is wellevens kunste. Hendrik Laurenszoon Spiegel: Numa ofte amptsweygeringhe, Het schilder-boeck van Carel van Mander, Het leven van Jan en Hubrecht van Eyck, T' Leven van Jeronimus Bos, Het leven van Pieter Brueghel, Jan van der Noot: Het bosken, Justus de Harduwijn: De weerlijcke liefden tot Roose-mond. Deel 7: Die tyrannie verdrijven: Godsdienst- en onafhankelijkheidsstrijd in de 16e en 17e eeuw.Anna Bijns: Drie referienen: Dit sijn de miraculen die Luther doet, Aey gheveynst gheest, wat hebdij al bedreven!, Wat meyndij, dat ons God dus doende gesparen sal?, Willem van Oranje: Waerschouwinghe, Geuzenliedboek ( selectie ) , Jan van Hout: Onrijmigh vreuchden-liedt, Adriaen Valerius: Nederlandtse Gedenck-Clanck ( selectie ), Jacob Revius en de strijd tegen Spanje: Keuze uit de Over-Ysselsche sangen en dichten, P.C. Hooft: Neederlandsche histooriën ( frament uit het Seste Boek ), Joost van den Vondel en de 80-jarige oorlog: Verovering van grol, De getemde mars.
Deel 8: 'T Hoge Huis: Teksten uit de Muiderkring, Deel 9: De ziel van den poëet vertoont zich in zijn dichten. Lyriek van 4 Amsterdamse dichters uit de 17e eeuw.
Bredero: Liedboeck ( fragmenten ), Hooft: Sonnetten, Vondel: Kleine gedichten, Jan Luyken: Duytse lier. Deel 10: Profijtelijk vermaak: Moraliteit en satire uit de 16e en 17e eeuw: Cornelis Crul: De historie van Heynken de Luyere, P.C. Hooft: Emblemata Amatoria, Roemer Visscher: Derde schock van de sinnepoppen, Constantijn Huygens: 'T kostelijk Mal, Zedeprinten, Vondel: Hekeldichten: Roskam, Harpoen, Johan de Brune: Bancket-Werk van goede gedachten ( fragment 1e boek ). Deel 11: Wonderlijke geschiedenissen: Prozageschriften uit de 17e eeuw.
Jacob Cats: Liefdes kortsprake ( Amoris laconismi ), Bontekoe: Journael ofte Gedenckwaerdige beschrijvinghe van de Oost-Indische reyse van Willem Ysbrantsz. Bontekoe van Hoorn, Het leven en eenige bysondere voorvallen van Passchier de Fyne.