De mens is in staat om indrukwekkende machines te ontwerpen. Maar het menselijk lichaam blijkt nog veel ingenieuzer in mekaar te zitten dan het meest gesofisticeerde apparaat. Met een overvloed aan sprekende beelden toont dit boek hoe de zeven lichaamsstelsels overal, van kop tot teen, ongelooflijk knap functioneren en samenwerken. In een eerste deeltje nemen de samenstellers ons mee op verkenning in elk stelsel apart, zoals we dat gewoon zijn uit onze biologielessen op school en uit het leeuwendeel van de informatieve literatuur. Vanuit de dagdagelijkse beleving van ons lichaam denken wij echter spontaan veeleer in termen van een topografische indeling. Daarop wordt knap ingespeeld in de volgende drie delen van dit boek. De belangrijkste onderdelen van hoofd, boven- en onderlichaam worden achtereenvolgens belicht. Aan elk onderdeeltje wordt een dubbele pagina gewijd met grote, kleurige afbeeldingen (voornamelijk computerbewerkingen van gescande echte lichaamsdelen), aangevuld met een paar alineaatjes toelichtende tekst, een doorsnede van een detail en/of een verrassend weetje. Leuk bijvoorbeeld te vernemen hoeveel spieren je aan het werk zet om een glimlach te produceren, wat er speciaal is aan de hersenen van Einstein, en wat een irisscan gemeen heeft met een vingerafdruk. Leuk ook om bij het zien van de tekeningen meteen het verschil te snappen tussen een kogelgewricht, een scharniergewricht en een zadelgewricht. Hier en daar zorgt een transparant tussenblad voor extra inzicht, bijvoorbeeld in de weg die het voedsel aflegt doorheen de verschillende verteringsorganen of de lucht doorheen de ademhalingsorganen. Een inhoudstafel, glossarium en index verhogen de gebruiksvriendelijkheid en het wetenschappelijk cachet. De informatie is glashelder geformuleerd, doordacht gestructureerd en zeer fraai gepresenteerd.