In deze trilogie van Annie Oosterbroek-Dutschun zijn drie prachtige, in elkaar overvloeiende romans opgenomen. Alle drie typische Annie Oosterbroek-verhalen, waarin gezin en familie centraal staan en naastenliefde en medemenselijkheid het snel kloppend hart vormen.

De vreemde zoon
Het aangrijpende verhaal van een boerenechtpaar dat gebukt gaat onder het feit dat het na tien jaar huwelijk nog kinderloos is. Op aandringen van de vrouw - Fenna - wordt tenslotte een pleegzoon aangenomen, maar juist als die zaak is bezegeld kondigt zich alsnog een eigen zoon aan. Een 'echt' en een 'onecht' kind in een gezin; de twijfels nemen met de jaren toe. Vooral als het gaat om de vraag wie het boerenbedrijf zal moeten overnemen...

Geef mij een antwoord
De keuze voor de erfopvolging van de boerenhoeve is gemaakt en het blijkt een goede keuze te zijn, want het boerenbedrijf floreert als nooit tevoren. In de liefde moet de jonge boer een belangrijke beslissing nemen: kiest hij voor de dochter van een grootgrondbezitter of voor een eenvoudig meisje dat als hulp in de huishouding op de boerderij werkt?

Moeder Fenna
De oude boerin - moeder Fenna - wordt steeds meer de centrale figuur op de boerderij. Er gaat van haar een natuurlijk gezag uit dat iedereen als vanzelfsprekend accepteert. Haar ruime levenservaring en goede raad vormen een belangrijke pijler waarop het boerenbedrijf steunt. Vooral als de jonge boer en zijn vrouw - die haar levenslust en moed voorgoed dreigt te verliezen - in moeilijkheden raken, is haar geestelijke bijstand van het grootste belang.