India is een enorm groot land met een ongelooflijk fraaie natuur. Wie er rondreist, wordt overal getroffen door een schoonheid die met geen pen te beschrijven is. Van zwijgende, met ijs bedekte toppen tot vochtige vlakten waar de grillige moessonregen uit tegengestelde richting overheen waait, van bloedhete woestijnen tot tropische regenwouden waar het zonlicht ternauwernood kan doordringen in het griezelige halfdonker onder het dichte bladerdak - geen land, maar een complexe wereld vol contrasten. In deze zeer uiteenlopende leefgebieden, met hun sterk gevarieerde klimaatomstandigheden, leven dan ook verbazend veel soorten wilde dieren.

Dit schitterend geïllustreerde boek bevat meer dan 400 kleurenfoto's. Bijna alle aspecten van de wilde fauna, de flora en het landschap van het Indiase subcontinent komen erin aan de orde. In de eerste plaats de Himalaya, waar wilde geiten op de steile hellingen schijnen te spotten met de weten van de zwaartekracht, waar boven de sneeuwgrens de zeldzame sneeuwpanter rondsluipt, en war voor plantkundigen een paradijs van bergplanten te vinden is. Vandaar verplaatst het toneel zich naar de uitgestrekte binnenlanden van Centraal-India. Hier zijn de wouden het tehuis voor tijgers en olifanten; op de dorre onherbergzame vlakten voelen de wilde ezel en de tegenwoordig bedreigde Indische trap zich thuis en kunnen zij overleven; de doolhoven van de mangrovemoerassen wemelen van allerlei soort amfibisch levende dieren. Tenslotte zijn er de prachtige beboste heuvels van de zuidelijk hoogvlakte, het laatste toevluchtsoord van de makaakaap en de Nilgiri-thar, heuvels van een in kleur en variatie adembenemende schoonheid.