Nadat de verteller, de gymnasiast Sappho, met een kerstgedicht een geldprijs heeft gewonnen, gaan hij en een medescholier, zijn vriend Carpio (Hermann Lachner), op een meerdaagse winterreis, waar zij in het Boheemse Falkenau de arme familie Hiller leren kennen die van plan is naar Amerika te emigreren. Gezamenlijk vieren zij het kerstfeest waarbij het gedicht van de scholier centraal staat, maar kort daarop sterft de grootvader. Dank zij een financiële bijdrage van Sappho en Carpio (hun laatste geld) kan de familie toch naar Bremen afreizen. Vele jaren later ontmoet Sappho, inmiddels de beroemde Old Shatterhand geworden, in Amerika mevrouw Hiller, die met een pelsjager is getrouwd. Hij wordt echter door Crow-indianen gevangen gehouden, die hem en de Shoshonen ervan beschuldigen enkele van hun krijgers te hebben gedood. Om hem te bevrijden gaan Winnetou en Old Shatterhand op weg naar het Rotsgebergte, waar zij eveneens een overval op twee goudzoekers willen voorkomen. Een van hen is niemand minder dan Carpio, die echter doodziek is. Allen worden gevangen genomen door de Blood-indianen die hen aan de Crow uitleveren. Nadat de Crow overtuigd zijn geraakt dat de Blood oneerlijk hebben gehandeld volgt een duel tussen Peteh, het opperhoofd van de Blood, en Old Shatterhand. Na diverse avonturen treffen zij meneer Hiller die heeft weten te ontsnappen. Verbitterd over al zijn wederwaardigheden is van diens vroegere christelijke instelling niets over. Goudkoorts laat hem zelfs de kant van de schurken kiezen, maar Old Shatterhand’s heldhaftige gedrag weet hem ten slotte weer op het rechte pad te brengen.