In 1978 verscheen in het orgaan van de Documentatiegroep 40-45 een aantal afleveringen uit het dagboek van de heer Haijer. Majoor A.L.J. van Vliet, medewerker van de Sectie Krijgsgeschiedenis van de Kon. Landmacht, schreef als voorwoord het volgende:

"Toen de Duitsers op 1 september 1939 Polen binnenvielen, begon Haijer met het aanleggen van een dag- en plakboek. Hiervoor kocht hij niet alleen Nederlandse, maar ook buitenlandse bladen, met name Duitse. Deze hevige belangstelling voor Duitse kranten hebben hem wellicht parten gespeeld toen men van Nederlandse zijde zijn antecedenten controleerde. Eind januari 1940 kwam een rechercheur zijn licht eens opsteken bij Haijer's ouders over het vreemde gedrag van hun zoon. Het raadsel was toen snel opgelost. Enkele dagen later werd Haijer opgeroepen als "vrijwilliger op voet van gewoon dienstplichtige"; plaats van opkomst Bergen-binnen. Tijdens zijn opleiding diende hij onder de kapitein Pluiter in de 4e Compagnie aldaar. Pluiter zou later een belangrijke rol spelen in het verzet.

Tijdens de meidagen was Haijer ordonnans in de commandogroep van kapitein Blok. Na de gevechten voor de Afsluitdijk trok zijn eenheid terug naar Middenmeer in Noord-Holland. Daar begon Haijer op een blocnote zijn herinneringen op te schrijven, ook na de capitulatie en later in Bergen-binnen, waar hij op 7 juni 1940 door de autoriteiten huiswaarts werd gezonden.

Met groot verlof heette dat, maar tijdens die grootverlofpenode van de volgende vijf jaar kwam Haijer terecht in het verzet en produceerde de verzetskrant "HET NIEUWS".

Toen Elsevier's Magazine een aantal jaren geleden een wedstrijd in oorlogsverhalen voor dit weekblad organiseerde, stelde Haijer aan de hand van zijn notities uit Middenmeer en Bergen-binnen een verslag over zijn belevenissen in de meidagen van 1940 samen.

De belevenissen van een 18-jarige soldaat werden daardoor gemengd met de terugblik van de volwassene Haijer, die oorlog en bezetting had beleefd, doorleefd en overleefd".