In dit eerste deel uit de reeks Stap-in Statistiek en Onderzoek wordt een inleiding gepresenteerd van twee basisprogramma's die dominant zijn in het sociaal-wetenschappelijk onderzoek: SPSS en SAS. De lezer krijgt niet alleen een zicht op de wijze waarop de programma-interface er uit ziet of wat de basishandelingen zijn om met de programma's om te gaan. Ook en vooral wordt inzicht aangereikt in de achterliggende filosofie van de programmamakers en de manier waarop zij in de software de onderzoeker en zijn gegevens benaderen. De nadruk in het volume ligt op het leren werken met de eigen programmeertaal van beide programma's, in combinatie met en aanvullend op de Windows-aanpak die in beide programma's aangereikt wordt.
Aan de hand van de European Social Survey worden de eerste stappen van een onderzoeksproject behandeld: data inlezen en data bekijken. Naast het werken met databestanden, staat ook de definiëring van variabelen centraal. Een goede basisconfiguratie van de variabelen in een bestand spaart later in een onderzoek immers veel tijd wanneer meer gevorderde analysetechnieken toegepast worden. Tot slot krijgt de onderzoeker ook een inzicht in de manier waarop data uit SPSS of SAS uitgevoerd kan worden naar formaten die door andere statistische software gehanteerd worden (komma-gescheiden bestanden, correlatiematrices of frequentietabellen).