"Doetinchem in oorlogstijd" is een boek geworden waarin de nadruk is komen te liggen op de persoonlijke herinneringen van mensen die de jaren 1940-1945 in Doetinchem hebben meegemaakt. De keuze om de oorlogstijd op deze manier gestalte te geven, werd in belangrijke mate bepaald door het ontbreken van voldoende archiefmateriaal. Uitgebreid archiefonderzoek werd verricht bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) te Amsterdam, het Rijksarchief in Gelderland te Arnhem, het Rijksarchief hulpdepôt te Schaarsbergen, het Gemeentearchief te Doetinchem, het Streekarchivariaat Regio Achterhoek en het archief van het Staring Instituut te Doetinchem. Ondanks al dit speurwerk bleek het niet mogelijk het "gat" te dichten, dat was ontstaan door het bombardement van 21 maart 1945. Vooral andere bronnen moesten dus voor dit boek de basis vormen.

Een belangrijke bron bleken de dagrapporten van de gemeentepolitie te zijn. Deze bleven in maart 1945 gespaard doordat het politiebureau in 1943 was verhuisd van de Markt naar de Plantsoenstraat. In deze politiejournaals werd van dag tot dag aantekening gehouden van wat er in de gemeente Doetinchem voorviel aan gebeurtenissen waarbij de politie betrokken was. Waar mogelijk zijn de dagrapporten van de agenten van de wacht letterlijk geciteerd, om het beeld van die dagen zo goed mogelijk weer te geven.

Een tweede belangrijke bron van informatie waren een aantal dagboeken; sommige niet meer dan een schriftje, andere uitgebreider. Onder deze dagboeken bevindt zich ook het boek "Burgemeester in Bezettingstijd" door J.J.G. Boot, destijds burgemeester van de gemeente Wisch. Deze keus is bewust gemaakt omdat burgemeester Boot een zeer goede beschrijving geeft van het leven in de Achterhoek in oorlogstijd en van de problemen waarmee een burgemeester in die jaren werd geconfronteerd. Dit heeft me zeer geholpen mij een voorstelling te maken van de Doetinchemse situatie. De schrijvers van de andere dagboeken geven helaas nergens een persoonlijke visie op de gebeurtenissen die in de oorlogsjaren plaatsvonden. Zij beperken zich voornamelijk tot aantekeningen van militaire aard en vermelden slechts af en toe hoe de situatie in Doetinchem destijds was.

Misschien wel de belangrijkste bron van informatie waren de talloze inzendingen van Doetinchemmers en oud-Doetinchemmers die hun herinneringen aan de oorlogstijd op papier hebben gezet. Sommigen deden dit kort na het einde van de oorlog; de meesten een aantal jaren geleden. Van deze herinneringen is dankbaar gebruikgemaakt, waarbij aangetekend dient te worden dat het om persoonlijke herinneringen gaat en dat geen twee herinneringen volkomen gelijk zijn.

Een groot aantal interviews ten slotte, hebben bijgedragen arm de algemene beeldvorming van de oorlogsjaren in de gemeente Doetinchem. Al deze persoonlijke herinneringen zijn zoveel mogelijk letterlijk weergegeven, waardoor een zeer levendig beeld van de oorlogsjaren in Doetinchem is ontstaan, dat geplaatst kon worden in een ruimer kader: de oorlog in Nederland en de rest van de wereld.