In de Geschiedenis van Drenthe zijn het geen nummers die naar de noten verwijzen, maar asterisken (sterretjes). De reden daartoe is in het Voorwoord van het boek uiteengezet. In dit deel zijn de noten per hoofdstuk genummerd. Vóór de nummers treft men in een kolom het nummer van de bladzijde aan waarop de noten betrekking hebben, en in een tweede kolom het laatste woord (of het laatste deel ervan) dat staat voor het verwijzende sterretje, of, wanneer dit woord uit slechts enkele letters bestaat, uit de laatste twee woorden voor de asterisk. De titels van de publikaties die het meest voorkomen zijn opgenomen in de op blz. 9 beginnende literatuurlijst en daar vermeld volgens regel 1 van: E.H. Kossmann en C.B. Weis, Aanwijzingen voor tekstbewerking en annotatie (uitg. Ned. Hist. Genootschap; Utrecht, 1971, herdr). Voor de titels staan de verkortingen waarmee zij in de noten zijn verwerkt (Aanwijzingen, regel 3). De titels der niet in de literatuurlijst opgenomen publikaties worden de eerste maal dat zij in de noten van een hoofdstuk voorkomen volledig opgenomen (regel 2), daarna verkort (regel 3). Volgens de Aanwijzingen plegen de namen van auteurs in romein (niet cursief) te worden gedrukt, maar hier worden van de in de literatuurlijst opgenomen publikaties de namen der auteurs cursief gedrukt, opdat de gebruiker zo min mogelijk in het ongewisse verkeert of een verkorte titel in de literatuurlijst in volledige vorm te vinden is. Archiefbewaarplaatsen worden alleen vermeld indien de geciteerde stukken niet berusten in het Rijksarchief te Assen.