Wanneer bij kinderen de taal niet ontwikkelt zoals men het intuïtief zou verwachten, kunnen volwassenen minder alert worden voor de pre-talige en vroeg-talige communicatieve signalen die het kind uitzendt. Zelfs wanneer men een aantal van deze signalen zou opmerken, is het niet zo eenvoudig om de evolutie van deze communicatieve uitingsvormen systematisch vast te leggen en te volgen.
In dit werk worden de uitingsvormen van twee fundamentele menselijke communicatieve intenties grondig beschreven. Daarnaast worden twee sets van taken aangeboden om deze intenties te ontlokken en te beschrijven. Bij de imperatieve intenties wil men nagaan hoe een kind aan een volwassene, zowel op niet-talige als vroeg-talige wijze, kenbaar maakt dat het iets van hem verlangt. Bij de declaratieve communicatieve intenties wordt nagegaan hoe het kind spontaan aan de volwassene
iets vertelt over een gedeelde ervaring. Voor beide ontlokkingstaken werden gedetailleerde observatielijsten ontwikkeld om de communicatieve uitingsvormen van de kinderen te beschrijven en om hun evolutie kwalitatief en kwantitatief in kaart te brengen.
In het boek worden beide observatielijsten uitvoerig voorgesteld samen met de handleiding voor het gebruik ervan in de diagnostische praktijk bij kinderen vanaf 10 maanden.
Dit boek is bestemd voor psychologen, (ortho)pedagogen, audidologen, (psycho)linguïsten (en zij die er
toe worden opgeleid), alsook voor kinderartsen en -verpleegkundigen. Ook voor hoger-geschoolde ouders biedt dit boek nuttige informatie.