Fennema volgt in dit boek de ontwikkeling van de theorievorming over de moderne democratie aan de hand van democratische revoluties, die zich van het einde van de 18e tot in het begin van de 20e eeuw voordeden: in de Verenigde Staten, Frankrijk, Haïti en Rusland. In acht hoofdstukken bespreekt hij de opvattingen van een twintigtal politiek filosofen uit die periode over hoe een democratische samenleving eruit moet zien en wie daarin zeggenschap mag hebben. De lezer maakt kennis met de originele teksten, die voor een beter begrip in hun sociaal-politieke context zijn geplaatst. In het laatste hoofdstuk, de 'Epiloog', bespreekt Fennema de achterliggende democratieopvattingen van een aantal politieke vernieuwingsbewegingen die in het midden van de twintigste eeuw een rol hebben gespeeld. In dit laatste hoofdstuk gaat Fennema ook in op de vorm die de democratie in de huidige West-Europese multiculturele samenlevingen heeft gekregen. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met 'Suggesties voor verder lezen' en met een aantal 'Vragen' voor een betere verwerking van de stof. Meindert Fennema doceert Politieke theorie aan de Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Dit is de derde geheel herziene en uitgebreide druk van dit cursusboek dat bij het verschijnen in 1995 door eenieder met zeer veel lof werd ontvangen, getuige de volgende citaten uit de besprekingen: 'een overzichtelijk en levendig inleidend boek', 'buitengewoon toegankelijk en helder (...) didactisch voortreffelijk', 'een prachtig boek, omdat bijna elke pagina bijdraagt tot het besef van actualiteit van de politieke filosofie'.