De wereldstad New York is van puur Nederlandse oorsprong. De Engelsman Henry Hudson voer, met een Nederlands schip in dienst van de Verenigde Oost-indische Compagnie, uit om een kortere zeeweg naar China en Japan te vinden. In 1609 zeilde hij met zijn schip "De Halve Maen" de monding van een rivier binnen, die later zijn naam zou dragen. Bij deze riviermonding aan de oostkust van Noord-Amerika ontstond de Nederlandse kolonie Nieuw-Nederland. In 1621 werd de kolonie overgenomen door de West-indische Compagnie en vier jaar later werd er de eveneens Hollandse nederzetting "Nieuw-Amsterdam" gevestigd. Toen de nederzetting in 1664 in Engelse handen overging, woonden er reeds 2500 mannen en vrouwen .Karel II van Engeland schonk de kolonie in dat jaar aan zijn broer, de hertog van York, die het gebied kort daarop in bezit nam. Een Hollandse vloot heroverde Nieuw-Nederland in de Derde Engelse Oorlog (in augustus 1673), maar bij de vrede van Westminster in het jaar daarop werd de kolonie definitief aan Engeland toegewezen. De naam Nieuw-Amsterdam verdween en daarvoor in de plaats kwam New York. Tot in 1790 bleef New York de zetel van de voorlopige regering. Maar de gezamenlijke Engelse koloniën in Amerika streefden naar onafhankelijkheid, los van het moederland Engeland. Daarbij speelde generaal Washington een grote rol. In 1775 werd hij benoemd tot opperbevelhebber. Een jaar later scheurden de gezamenlijke kolonies zich los van Engeland en noemden zich de "Verenigde Staten van Noord-Amerika".
Canada en Midden-Amerika hebben hun eigen geschiedenis. De Noorse ontdekkingsreiziger Leif Erikson bezocht reeds rond het jaar 1000 Canada, maar zijn ontdekking werd vergeten. De Italiaan Caboto landde in 1497 op Labrador en pas in 1603 begon de eigenlijke kolonisatie. Dit standaardwerk vertelt u in boeiende teksten en kleurrijke foto's over Noord- en Midden-Amerika.