Tekst achterkant:
In dit boek staat de adviespraktijk centraal. Een adviseur richt zich niet op een organisatie, maar op de mensen in die organisatie. Daarbij wordt in dit boek bewust geen onderscheid gemaakt tussen een interne of externe adviseur. Het draait om leiderschap, beïnvloedingsvaardigheden en de inbreng van de adviseur op de werkvloer. Opdrachtgevers hebben behoefte aan een adviseur die impact heeft, empathie kan tonen en begrip heeft voor de specifieke situatie waar de adviesvraag om draait. De adviseur moet daarom zowel effectieve interviewtechnieken als klassieke modellen voor het behandelen van een adviesvraag op de juiste manier kunnen toepassen.

De opbouw van dit boek is gestructureerd en overzichtelijk. Allereerst worden de positie en de rol van de adviseur behandeld. Vervolgens wordt inzicht gegeven in het gedrag van de betrokkenen en hoe de adviseur hiermee om kan gaan. Aansluitend wordt het belangrijke onderwerp weerstand besproken. Omdat iedere adviseur met leiderschap te maken krijgt bij een adviesopdracht, komt dit in een apart hoofdstuk uitgebreid aan de orde. Tot slot komen de verschillende stadia van het adviesproces aan bod, met als uitgangspunt het GROW(ING)-model.

Zelfreflectie loopt als een rode draad door dit boek. Daarvoor wordt een breed scala aan bekende en bewezen modellen en tools aangeboden, met een bruikbare uitleg en stappenplan om deze zelf te gebruiken. De lezer wordt gevraagd deze thema’s zelf toe te passen.

Dit boek behandelt theoretische concepten en verwijst naar wetenschappelijke literatuur, maar de praktijk staat voorop. Daarom is in elk hoofdstuk een interview opgenomen met zowel ervaren en beginnende adviseurs als opdrachtgevers. Ook staan in de theorie diverse praktijkbeschrijvingen die de stof verduidelijken.

Dit boek is geschreven voor iedereen die zijn adviesvaardigheden verder wil professionaliseren en verbeteren.