When Paul Huf decided to become a professional photographer in 1942, he specialised primarily in portrait photography. Later on he considered his decision to have been particularly fortuitous. Over the course of the years he had the occasion to photograph such international stars as Brigitte Bardot, Sophia Loren and Jacques Tati. He also attained the status of court photographer which meant that he had the honour as a Dutch subject to photograph the Queen of the Netherlands. In 1965 his fame had spread to New York where he was part of an exhibition of '12 famous photographers'. Although Huf never went to live outside of his country, he travelled all over the world. Whatever he found unusual or beautiful, he recorded passionately on film and made the close-up his trademark. Huf reflects the essence of a culture with a simple but effective picture a mountain of watermelons, a simple solitary wall, or the imposing portrait of a Chinaman.
rec. De fotograaf geeft als devies 'Neem altijd een camera mee'. Hoewel hij altijd in Nederland woonde, brachten zijn opdrachten hem overal in de wereld. De foto's in dit boekje nam hij uit eigen interesse. Hij legde vast wat hij ongewoon of mooi vond en werkte daarbij vaak in close-up, met een goed oog voor de essentie van dingen en een consequent kiezen voor het subtiele en betekenisvolle detail. In dit boekje staan 108 kleurenfoto's (meestal 10x15, enkele 18x28 over 2 blz) met een kort bijschrift, waarin titel en jaartal. Het boekje is ingedeeld in thema's met elk 12 foto's, b.v. in de voetstappen van Van Gogh (een opdracht waarvan eerder een boek verscheen), vlinders, Nederlandse Antillen, mensen, verzamelingen. Het is bijzonder inspirerend om te zien wat een beroepsfotograaf maakt van onderwerpen die iedereen kan tegenkomen. Er is een korte tekst van de fotograaf met korte humoristische statements over fotografie. Tekst in het Nederlands en in het Engels. Omslag deelweergave in lange boven elkaar gemonteerde stroken van 9 foto's uit het boek en klein portret van de fotograaf.