Een overzichtswerk van de Olympische Winterspelen, geschreven door een kenner par excellence, met alle uitslagen en een accent op het schaatsen, de wintersport waarin Nederland traditioneel uitblinkt. Met uitslagen van alle Olympische onderdelen. De geschiedenis van de Olympische Winterspelen is minder oud dan die van de Zomerspelen. Pas in 1924, na dertig jaar strijd, volgde erkenning en kon de eerste editie, in het Franse Chamonix, gehouden worden. Tegenwerking kwam lange tijd van vooral Noorwegen en Zweden, die hun nationale belangen beschermden. Sporthistoricus Johannes Lolkama beschrijft in dit overzichtswerk de politieke voorgeschiedenis alsook de ontwikkeling en de groei van de Winterspelen van 1924 tot en met 2002. Hoofdmoot van het boek vormen echter de reportages van alle afzonderlijke edities tussen 1924 en 2002, met alle uitslagen (medaillewinnaars en Nederlandse en Belgische prestaties). Maar de nadruk in dit boek ligt op het onderdeel hardrijden op de schaats, de enige tak van sport waarin de Lage Landen tijdens Winterspelen plegen te excelleren en medailles veroveren: van Ard Schenk tot en met Bart Veldkamp (inmiddels schaats-Belg) en van Yvonne van Gennip tot en met Marianne Timmer. Van Chamonix tot Salt Lake City is een uiterst degelijk gedocumenteerde geschiedenis van de Winterspelen. Ter voorbereiding deed Lolkama onder meer research in de archieven van het Internationaal Olympisch Comité in Lausanne en in talrijke andere Olympische archieven. Het boek sluit af met een vooruitblik op de Winterspelen van Turijn 2006.