Onder de vele arme landen in de wereld neemt Haïti een aparte plaats in. Alhoewel het reeds in 1804 onafhankelijk werd, wordt de bevolking er nog steeds genadeloos onderdrukt en uitgebuit, met name de bevolking op het platteland. Op het eiland woedt een felle geloofsstrijd, zo blijkt uit de roman God glimlacht. De ene partij wordt gevormd door de aanhangers van het volksgeloof, de vodou, met zijn magische plechtigheden. Dit geloof legt de mensen zware - financiële - verplichtingen op. De andere partij wordt gevormd door een groep protestanten, geleid door een fanatieke Amerikaanse zendeling. Deze strijd wordt belichaamd door de verhouding tussen twee plattelandsfamilies: de welgestelde familie van Octave Cyrille, die talloze plantagewerkers iedere dag voor zich laat sloven in de brandende zon, en het gezin van Prévilus Pierre, dat door toedoen van de zendeling protestant is geworden, maar de authentieke godsdienst toch niet kan loslaten. Een levendige en boeiende roman, die veel laat zien over het Haïti van vandaag.

De schrijver Edris St.-Amand werd in 1918 in Gonaïves op Haïti geboren. Na zijn middelbare-schoolopleiding schrijft hij zich in aan de Ecole des Sciences Appliquées (een soort technische hogeschool), maar voltooit deze studie niet. Vervolgens gaat hij de journalistiek in en krijgt bekendheid door zijn Essai d'explication de dialogue de mes lampes du poète St. Aude, dat door de Haïtiaanse schrijver Jacques Roumain met enthousiasme wordt begroet.
In 1946 levert hij een aanzienlijke bijdrage tot de omverwerping van de dictatuur van president Elie Lescot.
Als hij in 1949 gedwongen wordt zijn land te verlaten gaat hij naar Parijs, waar hij zich specialiseert op het gebied van de internationale betrekkingen. In 1952 verschijnt er zijn roman Bon Dieu Rit, welke hem, door onder andere de literaire criticus van Le Monde, een voordracht oplevert voor de Prix Goncourt.
In 1958 keert hij terug naar Haïti en doceert daar sindsdien internationale betrekkingen.