Wat zijn de rechten en plichten van vluchtelingen, asielzoekers en andere migranten? Dat is een van de meest urgente vragen van onze tijd. In een nieuwe visie pleit de Amerikaanse filosofe Seyla Benhabib voor poreuze grenzen, die de rechten van vreemdelingen garanderen, maar ook de democratische staat beschermen.

Wie hoort bij een politieke gemeenschap? Vroeger was dat makkelijk te bepalen op grond van iemands staatsburgerschap. Maar door het afbrokkelen van de nationale soevereiniteit is dat niet meer zo eenvoudig. Langzamerhand ontstaan diverse vormen en gradaties van politiek lidmaatschap, aldus Benhabib, die zelf van Turks-joodse komaf is. In de voetsporen van Hannah Arendt laat ze de beperkingen van de nationale soevereiniteit zien. En in navolging van Immanuel Kant pleit ze voor een ‘kosmopolitisch federalisme’, waarmee moet worden voorkomen dat nationale staten illegalen en asielzoekers als criminelen behandelen. Benhabib wordt wel eens het geweten van progressief Amerika genoemd.

Seyla Benhabib is hoogleraar politieke filosofie aan Yale University. In 2000 bekleedde zij de Spinoza-leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam. De Universiteit voor Humanistiek kende haar in 2004 een eredoctoraat toe.

Met een voorwoord van Bert van den Brink, universitair hoofddocent politieke en sociale filosofie aan de Universiteit Utrecht. Hij schreef onder meer ‘The Tragedy of Liberalism: An Alternative Defense of a Political Tradition’ (2000) en publiceert regelmatig in kranten en opiniebladen over politiek-filosofische onderwerpen.