Het leerboek bestaat uit twee afzonderlijke delen. In Deel A wordt vooral aandacht besteed aan de organisatie en de uitvoeringsmogelijkheden van de jeugdgezondheidszorg. In Deel B komt de inhoud aan de orde. Dit deel bestaat uit zeven hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk worden een aantal algemene begrippen als meten en wegen, het preventief gezondheidsonderzoek en het eerste, tweede en derde milieu besproken.
Hoofdstuk 2 De pre- en perinataleperiode geeft naast een beschrijving van de zwangerschap en geboorte ook een beschouwing rond het ouderschap. Verder wordt ingegaan op de pasgeborene en de kraamvrouw. In dit hoofdstuk wordt gezien het doel van de jeugdgezondheidszorg ook veel aandacht besteed aan preventie. In de paragraaf over het zorgsysteem wordt ingegaan op de bijzondere rol die de jgz-verpleegkundige of -arts heeft in het team dat de moeder begeleidt voor, tijdens en na de bevalling.
In de volgenden hoofdstukken de zuigelingenperiode, de peuterperiode, de basisschoolperiode en de periode van het vervolgonderwijs wordt ingegaan op onder andere de normale groei en ontwikkeling, pathologische ontwikkelingen, preventie en het zorgsysteem. Hierbij krijgt het specifieke van de periode steeds extra aandacht, bijvoorbeeld hechting in de zuigelingenperiode, spraak- en taalontwikkeling in de peuterperiode en leefstijl en preventie in de periode van het vervolgonderwijs. Deel B eindigt met een hoofdstuk over de taak van de jeugdgezondheidswerker voor kinderen in bijzondere situaties. Aan bod komen bijvoorbeeld het kind met een chronische aandoening, ernstig zieke en stervende kinderen en kinderen met beperkingen.
5e druk