Iets uit de inhoud van deze biografie.
'Wie was Liduina?
Een meisje dat op haar vijftiende jaar op het ijs kwam te vallenen een rib brak. Er ontwikkelde zich ter plaatse een abces. De ene ontsteking volgde op de andere. Ze werd bedlegerig en ze werd niet meer beter.
Tot haar dood op haar drieënvijftigste jaar lag ze in een duister kamertje, ten prooi van vreselijke pijnen en weerzinwekkende ziekten. Haar lichaam verrotte reeds tijdens haar leven en werd door de wormen aange-vreten. Maar toch verspreidde ze een geur als van welriekende kruiden.
Ze maakte geestelijke reizen naar hel, hemel en vagevuur, ze sprak met Maria en met beroemde heiligen, en rond haar ziekbed gebeurden wonderen. Ze leefde van 1380 tot 1433.
Een hoogst intrigerende geschiedenis. Wat zou er werkelijk met haar aan de hand geweest kunnen zijn?
Aan wat voor ziekte kan ze hebben geleden? Wat zag ze in haar visioenen? Is er met onze hedendaagse kennis iets meer van haar te begrijpen, of juist niet? Hoe hebben haar tijdgenoten erop gereageerd?
Hoeveel van het verhaal kis geloofwaardig? Is alles misschien maar een middeleeuwse droom geweest, waarvan de oorsprong niet meer te achterhalen valt?
Dat laatste zeker niet. Het grote geluk is dat Liduina's leven door een huisgenoot zeer intelligent werd beschreven. Zijn mededelingen geven ons het materiaal in handen om veel van de gestelde vragen te beantwoorden. We worden daarbij geconfronteerd met uiteenlopende zaken:
de rol van het leed in de christelijke geloofsbeleving, de medische problematiek rond een ernstig zieke vrouw uit de vijftiende eeuw, de psychiatrische aspecten van haar mystieke belevingen.
Dit boek is beurtelings een cultuur-historisch avontuur, een aangrijpende biografe en een medische analyse die veel weg heeft van een detective-roman'.

P.J. Stolk was als psychiater verbonden aan het Deltaziekenhuis te Poortugaal. Tot 1980 was hij genees-heer-directeur van het Sint Joris Gasthuis te Delft. Daarna keerde hij terug naar de praktische beoefening van het vak. Bekend werd zijn boek "Een soort vuur" (2de druk, 1978).