Cultuur en beschaving komen tot bloei waar mensen langdurig samenleven. Mensen gaan naar de markt om hun waren te verkopen, ze aanbidden hun goden in tempels en kerken, ze verdedigen hun stad met hoge muren, ze bouwen warenhuizen, fabrieken, stations en stadhuizen. In Steden vroeger en nu wordt de ontwikkeling van de Europese stad vanaf de Griekse polis tot de pleziersteden van tegenwoordig beschreven. Aan de orde komen de culturele, economische en politieke aspecten van die ontwikkeling. Zo vervulde de Griekse polis de behoeften van haar bewoners anders dan de steden van de Middeleeuwen, zoals de steden in het Nederland van de zeventiende eeuw onvergelijkbaar zijn met residenties als Versailles en Dresden in de achttiende eeuw. De Industriële Revolutie gaf de steden in de negentiende eeuw weer een geheel ander aanzien, en aan het einde van de twintigste eeuw heeft de schoorsteeneconomie het veld geruimd voor wat je de beeldschermeconomie zou kunnen noemen. De uitwisseling, het transport en de productie van goederen, diensten en informatie kan tegenwoordig in principe overal worden uitgeoefend. De rol van de Europese steden is hiermee echter niet uitgespeeld: juist hun historische, niet-moderné verschijning maakt ze tot het toneel van een nieuwe vrijetijdseconomie, die van uitgaan, winkelen en toerisme. Steden vroeger en nu is een rijk geïllustreerd boek, dat geschikt is voor universitaire en hbo-studenten, en voor iedereen die geïnteresseerd is in de Europese cultuurgeschiedenis. Voor deze uitgave is ondersteuning beschikbaar op de website van Uitgeverij Coutinho: www.coutinho.nl. Hier zijn opgaven per hoofdstuk te vinden, wat het boek ook geschikt maakt voor zelfstudie.