We denkenscenario's uit, maken in slechts enkele seconden zinnen, terwijl we in gedachten plannen beramen en 'de geest krijgen' . William Calvin schrijft in De verebrale symfonie over het wonderbaarlijke vermogen van de mens om te denken en te kiezen, beslissingen te nemen, problemen op te lossen, de toekomst te voorspellen en zelf een ethiek te ontwikkelen. een glanzende aalscholver zit op een boei in Eel Pond te zonnen, en met zijn waarnemingen over deze vogel als uitgangspunt geeft Calvin zijn ideeën en die van de grootste wetenschappers en filosofen van onze tijd over de nalatenschap van Darwin. Calvins nieuwe hypothese is dat de cellen van onze hersenen van minuut tot minuut net zo werken als een versnelde versie van de biologische evolutie. Zoals in de loop van duizenden jaren nieuwe diersoorten ontstaan door de willekeurige genetische variaties die het milieu aanbrengt, en zoals in slechts enkele dagen nieuwe antilichaampjes ontstaan door de willekeurige variaties in de cellen van het immuunsysteem, zo ontwikkelt de 'Darwin-machine' in osn hoofd nieuwe ideeë, door het omvormen van vage gedachten, zoals ijdens het 'brsinstoren' . Vanaf zijn uitvalsbasis op de beroemde Marine Biological Laboratory in Wods Hole, de kust van Cape Cod, verkent Calvin het bewustzijn, en hoe dit voortkomt uit de gewone zenuwcellen van de hersens. Met onderwerpen die uiteenlopen van boekwinkelstinkdieren tot besluitloze aalscholvers, van neolitihische messen tot neurale netwerken, retina's en sonatines, is dit boek een schoolvoorbeeld van hoe wtenschap aan een breed publiek kan worden gepresenteerd: verrijkend en verruimend en tevens nieuwe vragen oproepend voor iedere vraag die wordt beantwoord.