Tegen de achtergrond van de Duitse bezetting in Frankrijk beschrijft deze diep menselijk oorlogsroman hoe vier verzetsstrijders die in handen zijn gevallen van de Gestapo, zich opstellen en gedragen in perioden van grote spanning en lichamelijk lijden. Perioden, waarin alle gangbare normen zijn weggevallen en ieder voor zich moet ontdekken door welke impulsen hij zich laat leiden.
Deze vier verzetsstrijders hun schuilnamen zijn afgeleid van Parijse metrostations - zijn:
Raspail, gewezen rijksambtenaar, intelligent en uitgerust met de nodige zelfspot. Hij besluit in het verzet te gaan, nadat hij tevergeefs heeft geprobeerd samen te werken met de Duitsers.
Kléber, onderwijzer, raakt betrokken bij het verzet, omdat zijn illusie van Frankrijks grootheid na de morele decadentie van de Vichy-regering in elkaar stort.
Cambronne, generaal van middelbare leeftijd, ontsnapt uit Duitse krijgsgevangenschap. Ziet het vanuit een groot verantwoordelijkheidsgevoel als zijn plicht het verzet daadwerkelijk te steunen.
Grenelle, een vurig aktivist en een ervaren partizaan uit de Spaanse burgeroorlog. Hij ervaart terrorisme als een soort hobby.
Deze vier mannen, met elk zijn eigen karakteristieke achtergrond, vallen in handen van Brenner, een kille, fanatieke G estapo-officier, die geen middel onbeproefd laat om zijn slachtoffers ’’bekentenissen” af te dwingen. Na immens lijden slaat een van hen tenslotte door en verraadt de anderen. Zijn vrijheid koopt hij door uit een menigte, die tijdens een razzia gevangen is genomen, een aantal mensen aan te wijzen die onmiddellijk daarna via de strop om het leven worden gebracht.
’’Strijd zonder genade” is een boek, dat wij niet aarzelen een van de beste oorlogsromans te noemen, vooral omdat naast de snijdende spanning en de subtiele intrige, het drama rond de kleine, zo afhankelijke mens voortreffelijk is uitgewerkt.