Flaptekst

Na tien jaar fietsreizen door landen van West-Europa besluiten Koos Oggel en zijn vrouw Tiny om in de zomer van 2016 te beginnen aan een heel bijzondere tocht: ‘De Honderd Cols Tocht’ over de bergen van Frankrijk. Koos en Tiny beleven de reizen op een verschillende manier. Koos fietst de dagelijkse etappes met lichte bepakking en is in principe zelfvoorzienend. Tiny rijdt met de auto met Topsleeper, een tent die op het dak is gemonteerd, naar de volgende camping.

Het parcours van de tocht is vrijwel nergens vlak en leidt over zoveel mogelijk cols en côtes. De route heeft dan ook een grillig verloop met start en finish in de Vogezen. Ze ontdekken onbekende bergen en ongerepte natuur in de Pyreneeën. Koos overschrijdt enkele keren zijn fysieke grens in dit onvoorspelbaar gebergte en voelt dit als een mislukking. De altijd positieve Tiny praat hem uit de put. Ze vervolgen de reis met nieuwe inspiratie, door mysterieuze gorges en letterlijk diepe dalen in de Cevennen, door de hete Provence over de ‘Kale Berg’, Mont Ventoux, naar de hoogste Alpentoppen met veel herinneringen aan vroegere bergwandelingen en fietstochten. Het boek spreekt van liefde voor de natuur, verlangen naar avontuur en honger naar fysieke uitdagingen.

In 2019 behaalt Koos het eindstempel in de start- en finishplaats Saverne na ruim 4.000 kilometer en bijna 70.000 hoogtemeters. In vier opeenvolgende jaren en 53 fietsdagen beëindigen ze de tocht die met afstand de mooiste en meest ultieme uitdaging was gedurende hun fietsleven.