Op 24 september 1992 werd ze gearresteerd op het Piazza Navona te Rome, in het gezelschap van twee topfiguren uit de Colombiaanse drugskartels. Al snel bleek ze bereid om als 'spijtoptante' (pentita) op te treden, 'La Bella Bettien' - zoals haar bijnaam luidde - werd daarna zowel een bewonderde als geminachte internationale beroemdheid, door de internationale pers 'de koningin van het witwassen' genoemd.
Wie was de in Haarlem geboren Bettiern Martens in werkelijkheid? Bettien Martens, van huis uit een gewoon meisje uit een Hollands doorsnee gezin, vertelt in deze autobiografie aan Frank Bovenkerk voor het eerst haar levensverhaal, vanaf het ogenblik dat ze begin jaren tachtig bij toeval terechtkomt in het Spaanse Marbella en aansluiting vindt bij de plaatselijke jetset, waar gebruik van en handel in coke tot de subcultuur behoort. Als ze enkele jaren later verliefd wordt op de
Colombiaanse drugshandelaar Fernando, is de stap om zich zelf als handelaar te vestigen nog maar klein.
Dit boek bevat nooit eerder onthulde feiten uit Bettiens leven en dat van de Colombiaanse drugshandelaars met wie ze samenwerkte. Ze verhaalt over haar inwijding in het kartel, over Klaas Bruinsma: de enige die in Holland in statuur de 'klompenmafia' ontsteeg, over de feesten die de drugsbazen in Cali gaven en over haar onderzoek van de bananenmarkt - op dat moment de beste dekmantel voor de smokkel in cocaïne -, over haar werk als 'go-between' tussen de kartels en onder
meer de Siciliaanse drugsmafia, over hoe ze ten slotte in de val werd gelokt door de internationale Amerikaanse anti-drugs-operatie 'Green Ice'. Bettien Martens bestaat niet meer. Ze heeft haar identiteit verruild voor die van een onbekende vrouw in het 'witness protection program', en
leeft ergens ter wereld met een nieuw uiterlijk en een nieuwe naam.
Maar het verhaal van haar ongelooflijke carrière is hier bewaard voor het nageslacht.