Dit boek brengt ons in Zwitserland, een van oudsher bekend reisdoel en vakantieland in het hart van Europa. Nergens anders vinden we op zo'n beperkte ruimte zo'n verscheidenheid aan natuurschoon. Hemelhoge rotsgiganten naast dromerige meren, gletsjerwoestijnen naast zonovergoten wijnhellingen, de ijzige adem van het noorden naast de koesterende warmte van het zuiden.
Door de grote verscheidenheid in landschappelijk opzicht, de verwarrende legpuzzel van dalen en bergketens, is het noodzakelijk de reisroute zorgvuldig uit te stippelen. Dit boek biedt in 16
prettige hoofdstukken een rondreis die niets overslaat en niets herhaalt.
Deze reis brengt ons, vaak met vermijding van de grote toeristische wegen, naar alle schoonheden die het land biedt. Over beroemde passen en panoramawegen, langs de oevers van grote meren, naar de eenzaamheid van de hooggelegen Engadiner dalen, naar het zonnige Ticino en het prachtige Wallis, het gebied met de hoogste toppen en de diepste dalen. We bezoeken zowel het gigantische landschap van de Berner Alpen als het lieflijke oeverlandschap van de Boven-Rijn en de Bodensee.
We ondergaan de ongenaakbare bekoring van de Jura, bezoeken historische monumenten, slenteren over moderne boulevards en wandelen door oude kronkelsteegjes, waar het verleden
nooit verdwenen lijkt te zijn. Er is niet alleen gedacht aan de automobilist. Omdat elke minuut te voet de reiservaring alleen maar versterkt, nodigt het boek ons uit tot dagelijkse wandelingen over de mooiste wegen, die steeds weer heel anders zijn.
De meesterlijke kleurenfoto's tonen ons de verscheidenheid van het Zwitserse landschap. De uitvoerige reisbeschrijvingen en wandelvoorstellen getuigen van een grondige kennis en van persoonlijke ervaringen van de schrijver.
De beschrijving van de bezienswaardigheden bevat tevens praktische toeristische tips, culinaire
aanbevelingen, kaarten en wandelbeschrijvingen. Kortom, het is niet alleen een mooi, maar ook een
nuttig handboek voor een reis door Zwitserland.