Openhartig vertelt de gitaargod zijn verhaal Eric Clapton is er eindelijk aan toe om zelf zijn verhaal te vertellen. De rocklegende en gitaargod, die vaak wordt geroemd om zijn bescheiden opstelling in een scene die wordt gekenmerkt door grote ego's en imagebuilding, laat ons midden op de voorste rij plaatsnemen voor een verpletterende performance van een haast schrijnende eerlijkheid - wrang en geestig, sprankelend en verbluffend - een virtuoos waardig. In Clapton verhaalt hij hoe zijn ster rees in de muziekwereld - vanaf het eerste nippen aan de roem met de Yardbirds tot aan zijn werk met John Mayall's Bluesbreakers, dat fans ertoe bracht om op muren 'Clapton is God' te schrijven, en de oprichting van Cream, het bejubelde rocktrio uit de jaren zestig. Hij schrijft hoe hij optrok met Jimi Hendrix en Bob Dylan, hoe hij als gastmusicus bij de Stones en The Beatles speelde en hoe hij ten slotte een eigen geluid vond als soloartiest. Door het verhaal van Claptons gigantische commerci'le en artistieke successen heen gewoven, vertelt hij ons ook een ander, veel persoonlijker verhaal. Of het nu gaat om de onverbloemde passages over zijn drank- en drugsjaren en de harde, lange weg naar zijn herstel, om de onthullingen over zijn mislukte huwelijk met George Harrisons ex-vrouw Patti Boyd (die al jaren eerder de inspiratie vormde voor 'Layla') of om de verwoestende impact die de gruwelijke dood van zijn vierjarige zoon in 1991 voor hem had, Clapton beschrijft zijn roerige leven met opvallende openhartigheid. Clapton is een uitzonderlijk zelfportret van een reusachtig cultureel icoon en verleent de legioenen van bewonderaars voor het eerst toegang tot de man achter de legende.