17 september 1944. Operatie Market Garden begint. Bij Groesbeek, in de omgeving van Nijmegen, worden duizenden geallieerde parachutisten gedropt. Zo hopen de geallieerden het einde van de Tweede Wereldoorlog te bespoedigen. Het pakt anders uit: Market Garden zal de grootste militaire operatie op Nederlands grondgebied worden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maandenlang ligt de omgeving van Groesbeek in de frontlinie. Burgers slaan op de vlucht, zoals het gezin van de Groesbeekse schoolmeester Van Lieshout. Het 'oorlogsdagboek' dat hij bijhield, inspireerde schrijfster Nicole Montagne en beeldend kunstenaar Paul Klemann tot het maken van Op de vlucht.
Op de vlucht beschrijft en verbeeldt de dramatische gebeurtenissen tijdens de vlucht door het oorlogsgebied en de indrukken die deze gebeurtenissen maken op het gezin: het contact met de bezetter, het cynisme van de ene burger, de hulpvaardigheid van de ander, maar ook de dood die een dagelijkse realiteit is en de willekeurige bedreiging van mensen en de vernietiging van hun bezittingen.
Op de vlucht gaat over een situatie die nog altijd actueel is. Ook nu lezen we dagelijks in de media dat talloze mensen, waar ook ter wereld, moeten vluchten voor oorlogsgeweld. Op de vlucht is dan ook niet alleen een boek over de strijd die vanaf de herfst van 1944 op Nederlandse bodem werd uitgevochten, maar vooral ook een boek over de universele problematiek van de oorlogsvluchteling.