( Bekroond met De Gouden Zoen 1997. //

Mosje Schuster is een Pool. Hij ergert zich aan die joden die Jiddisj spreken en in `rare zwarte jurken' over straat lopen. Hij lacht de zionisten uit die zo dolgraag die gloeiende woestijn waar niets groeit willen gaan ontginnen. Mosje Schuster is een Póól die naar een Póólse school gaat. Maar als zijn ouders sterven moet Mosje toch naar 'Het Instituut': het Joodse weeshuis dat de beroemde dokter Korczak in 1911 in Warschau heeft gesticht. Die Jaanus Korczak woont er trouwens zelf ook.Gepokt en gemazeld door het leven heeft Mosje de zwartste voorstellingen van dit instituut. 'De riem gebruiken ze voor de echte straf en oorvijgen gewoon voor tussendoor.'Het is de zomer van 1939: de Duitsers maken zich op om Polen binnen te vallen. Het is ook het begin van een ongewone geschiedenis: die van Mosje en Reizele. //

Een bejaarde Israeli herinnert zich zijn verblijf in het joodse weeshuis van dr. Janus Korczak in Warschau tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het niet godsdienstig opgevoede jongetje Mosje Schuster wordt wees en komt in het weeshuis terecht. Omdat hij opgegroeid is als enig kind in een Pools milieu, kost het hem grote moeite zich er aan te passen aan de regels en gebruiken, temeer daar de jongen ook bij Korczak inconsequent gedrag meent te zien. Gelukkig is er het zorgzame meisje Reizele, dat een heel bijzondere plaats in Mosje's leven gaat innemen. Ook als Mosje het huis ontvlucht omdat hij doorkrijgt dat alle weeskinderen naar een concentratiekamp gestuurd zullen worden, blijft hij aan Reizele denken en van haar houden. Een heel bijzonder boek waarin de gevoelens van afhankelijkheid, de drang tot overleven en het volwassen worden van de intelligente, door de omstandigheden wat wantrouwig en cynisch geworden jongen door de inmiddels bejaard geworden ik-figuur heel eerlijk besproken worden. Het liedje "Reizele" van Mordechai Gebirtig loopt als een rode draad door de herinneringen. Ingehouden verteld verhaal met uitstekende karaktertekeningen. Winnaar Gouden Zoen 1997.