Bij zijn sluiting in de jaren 1990, liet de Boelwerf een rijk archief na dat door de curatoren Jozef Dauwe en Dani De Clercq aan het Rijksarchief werd geschonken. Hierin zaten duizenden foto's. Het is aan de hand van dit rijke fotoarchief dat auteur en rijksarchivaris te Beveren, Johan Dambruyne, in een 170-tal aangrijpende beelden, een overzicht geeft van de evolutie van de werf sinds het begin van de twintigste eeuw. Ook het scheepsbouwproces wordt in beeld gebracht: van het ogenblik dat het contract met de rederij getekend werd tot de proefvaart op de Noordzee. Daarnaast biedt het boek een overzicht van alle uitzonderlijke schepen die op de werf gebouwd werden. Een boeiende geschiedenis Toen Bernard Boel in 1829 zijn scheepswerf in Temse oprichtte, was dit slechts een van de vele werven aan de oevers van de Schelde die in de vraag naar nieuwe binnenschepen voorzag. Tot de eeuwwisseling zou dat ook zo blijven. De Boelwerf verteerde de moeilijke omschakeling van houten naar ijzeren schepen veel beter dan andere werven aan de Scheldeboorden. Haar dynamische eigenaars brachten de werf in de daaropvolgende jaren tot bloei. In 1911 haalden ze voor het eerst de pers toen ze de 3053 ton tellende rijnlichter Graaf de Smet De Naeyer, het grootste binnenschip van dat ogenblik, van stapel liet lopen. Na de Eerste Wereldoorlog diversifieerde de Boelwerf haar productie en bouwde ze grotere schepen en ook zeeschepen. Na de Tweede Wereldoorlog stuwde de combinatie van ervaren en goed opgeleide scheepsbouwers de werf tot de wereldtop. De knowhow zorgde ervoor dat de Boelwerf zich kon toeleggen op het bouwen van complexe tankers en constructies zoals het proefboorplatform Yatzy, de duikboten voor het gebruik in de Golf van Akaba en de roro-ferry Prins Filip. Vanaf de jaren 1980 kwam de werf steeds meer in de problemen. In 1992 sloot de werf een eerste maal de deuren, gevolgd door een lange bezetting. Onder de naam Boelwerf Vlaanderen opende de werf nog kortstondig opnieuw de deuren, maar in 1995 volgde een tweede faillissement. In 1996 verliet het laatste daar gebouwde schip Temse.