Ana Iris Simón zag pas op haar tiende voor het eerst de zee. Ze werd begin jaren negentig geboren in de streek waar Don Quichot tegen windmolens vocht. Als kind bracht ze haar zomers door op de ferias, kermissen en jaarmarkten, waar haar grootouders stonden met een speelgoedkraam en haar verhalen vertelden over vroeger. \n\nToen Simón in Madrid ging studeren, begon ze zich te schamen voor haar eenvoudige afkomst en besloot ze alles te omarmen wat de stad haar te bieden had. Maar haar leven als dertiger met een laag loon en een hoge huur, deed haar verlangen naar het leven van haar ouders. \n\nFeria is een kleurrijk en persoonlijk boek over klasse, identiteit, familie en het belang van de plek waar je vandaan komt. Een wilde ode aan een wereld die niet meer bestaat, die Spanje op zijn grondvesten deed schudden: het boek was onderdeel van een politieke strijd en er werden meer dan 50.000 exemplaren van verkocht. \n\nAna Iris Simón (1991) groeide op op het Spaanse platteland. Haar ouders werkten bij de post en haar grootouders hadden een kermiskraam. Ze verhuisde naar Madrid om te studeren. Voor de kost vouwde ze T-shirts bij Desigual en werkte ze als reisleider. Feria is haar\neerste boek. Inmiddels woont ze weer in haar geboortestreek en is ze columnist voor El País.\n\nTrijne Vermunt (1977) is vertaler en tolk. Ze vertaalde onder andere werk van Manuel Vilas, María Gainza, Marcos Giralt Torrente en Antonio Ungar.