Begeleidend boekje bij het toneelspel Alianore uitgevoerd door leden van het Leidsch studenten corps
ter gelegenheid van 67ste lustrum der Leidsche Hoogeschool
Leiding van Henricus
Muziek van F. E. A. Koeberg
Verzen van P. C. Bouters

Geschiedenis
Op 22 en 24 juni 1910 werd het 67e lustrum van het Leidsch studentencorps gevierd.
Dit werd door leden van het corps opgeluisterd met een openluchtvoorstelling van
Alianora waarvoor de dichter Boutens (1870-1943) de verzen schreef. De regie was
in handen van Hendricus Jansen en muziek werd verzorgd door F.E.A. Koeberg.
In de eerste druk zijn ook teksten (inleiding bijvoorbeeld) opgenomen die niet van
de hand van Boutens zijn.

Het onderwerp is het huwelijk van Reinoud II van Gelre met Eleonora van Engeland (1318-1355).

In 1924 verscheen een tweede druk. Hierin waren alle teksten van Boutens.

Uitgaven
Eerste druk (1910)
De eerste druk verscheen in juni 1910 bij de Leidse uitgeverij S.C. van Doesburgh,
een uitgeverij opgericht door een lid van de familie Van Doesburgh. Van deze
uitgave verschenen drie of vier luxe exemplaren; die laatste werden in leer gebonden
en dragen de titel in goud op het voorplat en het wapen van Oranje-Nassau in goud
op het leren achterplat. Deze luxe uitgave is gedrukt op japans papier en de sneden
zijn verguld. Hierbij is de franse titelpagina gedrukt in blauw.[1]
De gewone exemplaren waren gevat in een crèmekleurig omslag.

HET BINNENKOMEN DER GASTEN

Het is de één-en-twintigste van Mei 1642. Amsterdam heef den vorigen dan Zijne Hoogheid Frederik Hendrik met zijn Koninklijke gasten binnen hare veste op de meest schitterende wijze ontvangen. Vroedschap en Burgerij hebben zich om strijd beijverd hem vanaf de Stedepoort een blijde inkomst te bereiden: De hooge eerepoorten,
die langs den weg stonden opgericht, de kostbare versieringen, die waren aangebracht, maar vooral het luide gejubel, dat uit de saamgedrukte volksmenigte van straten en pleinen naar hem opsteeg, moeten hem van de algemeene vreugde over zijn komst gesproken hebben en hem de ziel van Holland's hoofdstad op zijn rijkst en gun- stigst hebben vertoond.
Dat was gisteren, de dag van den intocht. Heden wil de vroedschap, na aldus 't doorluchtig gezelschap waardig ontvangen te hebben, den indruk, dien de hooge gasten reeds van den rijkdom en macht harer koopstad ontvingen, nog vergrooten, door hen te voeren langs grachten en kaden, door d' Amstel en het Y, om hen over de ontzaglijkheid van Koophandel en Scheepvaart met verbazing te slaan. En evenals ook de Koningin-Moeder van Frankrijk, Maria de Medicis, voor enkele jaren bij haar bezoek aan Amsterdam het scheeprijk water met een vloot van cierlijk getuigde scheepkensbezocht, omer de Koopstad op zijn grootst en machtigst te aanschouwen te harer eer werden ook toen prachtige
vertooningen op een tooneel in 't water gegeven zoo ook hebben de rijke burgers van Amsterdam bij dit Koninklijk bezoek niet nage- laten hunne pleizier-jachten ter beschikking van de................