C.H. Spurgeon: De wonderen van de Heiland

 

Verklaard en toegepast in 34 leerredenen

 

Uit het Engels vertaald door E. Ubels.


De vraag des Heeren aan de twee blinden (Matth. 9 : 27 - 30)
Nazareth, of Jezus door Zijn vrienden verworpen (Lukas 4 : 28 - 30)
Het oprichten der neergebogene (Lukas 13 : 10 - 13)
Jongeling, is dit voor u? (Lukas 7 : 11 - 17)
Het gehoorzamen van Christus' bevelen (Joh. 2 : 5)
Het geloof van de koninklijke hoveling (Joh. 4 : 46 - 53)
Ziende en niet ziende, of de mensen als bomen wandelende (Markus 8 : 22 - 25)
,,Waar zijn de negen?'' of de lof achterwege gebleven (Lukas 17 : 15 - 19)
Een mysterie, de heiligen treurende en Jezus blijde (Joh. 11 : 14, 15)
De weg des eenvoudigen tot de vrede (Matth. 9 : 27 - 30)
De hondekens (Matth. 15 : 26, 27; Markus 7 : 27, 28)
Klein geloof en groot geloof (Matth. 14 : 31; 15 : 28)
Gods werken geopenbaard (Joh. 9 : 3)
Een zonderlinge, maar nodige vraag (Joh. 5 : 6)
De hoofdman over honderd, of een vermaning tot de deugdzamen (Lukas 7 : 4 - 9)
Tweeërlei visvangst (Lukas 5 : 4; Joh. 21 : 6)
Het ontbinden van Lazarus (Joh. 11 : 43, 44)
De ogen des blinden geopend, of het practische christendom (Joh. 9 : 3, 4)
De verdorde vijgeboom (Matth. 21 : 17 - 20)
De Heere en de melaatse (Markus 1 : 40 - 42)
Eerst de genezing en dan het dienen (Matth. 8 : 14, 15)
Christus slapende in het schip (Markus 4 : 38)
Christus' hulpprediker in Dekapolis (Markus 5 : 17 - 19)
Van vier gedragen (Lukas 5 : 16 - 26)
Ten laatste genezen (Lukas 8 : 43, 44)
Zij was niet verborgen (Lukas 8 : 47)
De verdorde hand (Matth. 12 : 10, 13)
Jezus' toorn en droefheid over harde harten (Markus 3 : 5)
Jezus geen spooksel (Matth. 14 : 26)
Hoop in hopeloze gevallen (Matth. 17 : 17
Het zaligmakend geloof (Lukas 7 : 50; 18 : 42)
Jezus wist wat Hij doen zou (Joh. 6 : 6)
Het wonder der broden (Markus 6 : 52)
Geliefd, en toch bedroefd (Joh. 11 : 3)