Dochter van de jungle
Op vijfjarige leeftijd verhuist Sabine naar West-Papoea - naar een gewelddadige stam die nog leeft als in het stenen tijdperk. Midden in het oerwoud bouwen haar ouders voor henzelf en hun drie kinderen een huis.
Voor het blonde meisje is de jungle een grote speeltuin. Ze leert jagen met pijl en boog en zwemmen in de rivier waar het wemelt van de krokodillen. Ze eet geroosterde insecten en vleermuis-vleugeltjes en weet hoe je vuur moet maken zonder lucifers. Ze leert hoe meedogenloos de nattuur kan zijn, maar ze ziet ook de wreedheid van mensen onderling, want bij de Fayu wordt elk misdrijf met de dood bestraft...
Op haar zeventiende wordt Sabine-die voelt en handelt als een Fayu – naar een Zwitsers internaat gestuurd. En zo moet zij alles leren over de beschaafde wereld: hoe je boodschappen doet, hoe je mensen begroet, hoe je de straat oversteekt. Nu lijkt ze zich schijnbaar goed aangepast te hebben. Maar de heimwee is altijd aanwezig, en steeds weer keert de vraag terug: Waar hoor ik? Wie ben ik eigenlijk, Fayu of Europees?
Dochter van de jungle is het ongewone en unieke levensverhaal van een vrouw die opgroeit bij een stam die leeft als in de steentijd.
'Een modern sprookje, zonder sentiment verteld’ Opzij
'Het ongelooflijke levensverhaal van een meisje dat in een andere wereld en een andere tijd opgroeide’ NRZ
'Een combinatie van Robinson Crusoë en Pippi Langkous, aangevuld met overlevingstactieken, junglefauna, en fantastische details over een van de laatste onaangetaste oerwouden op aarde’ Hamburger Abendblatt