De Renard R.31 was een Belgisch verkenningsvliegtuig uit de jaren dertig. Er werden 32 R.31's gebouwd voor de Belgische luchtmacht , een eenmotorige parasol- eendekker , waarvan de overlevenden, hoewel verouderd, in dienst bleven toen nazi-Duitsland in 1940 België binnenviel. De Renard R.31 was de enige operationele tijdens de Tweede Wereldoorlog. militaire vliegtuigen volledig ontworpen en gebouwd in België.

De Renard R.31 is ontworpen door Alfred Renard van Constructions Aéronautiques G. Renard om te voldoen aan een eis van de Belgische luchtmacht voor een verkennings- en legersamenwerkingsvliegtuig voor de korte afstand. Het vloog voor het eerst vanaf vliegveld Evere , vlakbij Brussel , op 16 oktober 1932. [1]

Het was een parasol-eendekker met een gemengde constructie, aangedreven door een Rolls-Royce Kestrel -motor, met een gelaste stalen buisconstructie met metalen plaat die de voorste romp bedekte en stoffen bekleding van de rest van het casco. De vleugel werd op zijn plaats gehouden door een enkele Vee-stijl aan elke kant, verbonden met het vaste onderstel.

In maart 1934 werd een bestelling geplaatst voor 28 R.31's, waarvan er zes door Renard zouden worden gebouwd en de rest door SABCA . Eén vliegtuig werd ter evaluatie uitgerust met een Lorraine Petrel- motor, maar deze werd later vervangen door de normale Kestrel-motor. Een tweede vliegtuig werd uitgerust met een gesloten luifel en een Gnome-Rhône Mistral Major stermotor , en werd de R-32 , die vervolgens werd vervangen door een Hispano-Suiza 12Y -motor, maar de R-32 vertoonde niet voldoende verbeterde prestaties om een productieorder verkrijgen. In augustus 1935 werden nog eens zes R.31's besteld .