De jaren vijftig en de vroege jaren zestig: Nederland was in de ban van het existentialisme. Meisjes droegen strakke rokken en een zwarte coltrui, jongens lieten een artistieke baard staan en rookten pijp. De eerste draagbare pick-upjes verschenen op de markt en de zolderkamers werden met visnetten, druipkaarsen en lege wijnflessen omgetoverd tot een muzieklokaal waarin het Franse chanson gedijde... Charles Aznavour, Edith Piaf, Yves Montand, Jacques Brel, Juliette Gréco, Francoise Hardy!
Salvatore Adamo ('Vous permettez, monsieur') werd door het Nederlands publiek in de armen gesloten als het eerste Franse tieneridool, bij wie gillende meisjes om een handtekening smeekten. Maar ook Adamo's carrière bleek niet opgewassen tegen de beatmuziek die Europa stormenderhand veroverde en die nieuwe helden voortbracht als John, Paul, George, Ringo, Brian en Mick. Maar verloren ging het Franse chanson nooit. Dankzij Nederlandse artiesten als Liesbeth List en nieuwe helden als Jacques Dutronc, Julien Clerc, Vanessa Paradis, Dave en Patrick Bruel. Steeds weer raakten nieuwe generaties in de ban van klassiek geworden nummers als 'Nathalie' en 'Il est cinq heures, Paris s' eveille' . En zongen ze nieuwe liedjes als 'Non, non, rien n' a changé' en 'Casser la voix'.
Voor het eerst verschijnt nu een bloemlezing met al die beroemde Franse liedjes, samengesteld en ingeleid door Liesbeth List, de vertolkster van het repertoire van Jacques Brel en zoveel andere Franse chansonniers. Tevens bevat Tous les garcons et les filles anekdotes over persoonlijke ontmoetingen van Liesbeth List met diverse Franse grootheden.