Vijftig jaar reizen, optreden en mensen ontmoeten, levert een schat aan bijzondere, bizarre, humoristische, mooie of idiote momenten op.
In zijn boek, met als titel Dat kunnen ze allemáál wel zeggen… geeft hij door middel van anekdoten en bespiegelingen op zeer open en persoonlijke wijze een intrigerende kijk in zijn leven als topgitarist, waarbij hij ook zijn privéleven niet schuwt.

In meer dan 170 pagina’s lezen we over ontmoetingen met bekende figuren als Leonard Bernstein en Herman Brood tot aan het redden van een Rotterdamse bejaarde; zomaar opeens gebeld worden uit de ruimte door astronaut André Kuipers, en we zijn toeschouwer bij een gênant ‘me-tootje’ door een bi-seksuele schouwburgdirecteur. Ook maken we kennis met de verwrongen geest van een anonieme dorpsschilder, een ontmoeting die Harry bijna het leven kostte, en geeft hij antwoord op de vraag waarom hij de hoofdrol in een grote Nederlandse film weigerde; het levert stof tot evenzoveel bijzondere en unieke verhalen.
Verrassend is ook dat hij in dit boek voor het eerst volledige openheid van zaken geeft over de veertig jaren waarin hij slachtoffer van stalking is geweest, en de impact die dat op zijn leven en gezin had. Een onderwerp dat hij in al die jaren bewust onbesproken liet in de media.
We kennen Harry als meesterlijke fingerstyle gitarist/componist en als een gedreven persoonlijkheid op het podium.
Met dit zeer persoonlijke anekdotenboek ontstaat een beeld van de muzikant, en vooral van de persoon Sacksioni, dat u nog niet ken