Uit Montaignes befaamde essays zijn vier middelgrote exemplaren geselecteerd waarin de opvoeding en de relatie tussen ouders en kinderen centraal staan.
In het essay 'Over schoolfrikken' haalt Montaigne uit naar een verstarde vorm van opvoeding en een kleingeestige opvatting van wetenschap, zoals hij die als erfenis van het scholastieke denken uit de Middeleeuwen zelf op school had ervaren.
In het veel geciteerde essay 'Over de opvoeding' zet Montaigne ons zijn pedagogische idealen uiteen: 'Wanneer een onderwijzer, zoals bij ons gebruikelijk is, vele leerlingen, die sterk verschillen in aard en vermogen, volgens een en dezelfde leermethode en discipline opleidt, is het niet verwonderlijk als hij in heel die schare nauwelijks twee, drie kinderen aantreft die werkelijk enige baat bij zijn onderricht hebben.'
In het essay 'De genegenheid van ouders voor hun kinderen' zet Montaigne voor het eerst duidelijk zijn plan uiteen in zijn essays een zelfportret neer te zetten en geeft hij op een zeer persoonlijke wijze uiting aan kwesties die hem raken in zijn familieleven.
Dat zelfportret krijgt duidelijke trekken in 'Kinderen lijken op hun ouders', waarin hij zelfs terechtkomt bij de ziekte die hem het laatste deel van zijn leven heeft geteisterd, niersteenkolieken, en bij zijn afkeer van al wat met de medische wetenschap te maken heeft.

Michel Eyquem (1533-1592) werd geboren op het door zijn grootvader gekochte kasteel Montaigne in Périgord. Na een j uridische opleiding te hebben gevolgd, trad hij toe tot het parlement van Bordeaux. In 1571 trok hij zich op zijn kasteel terug. Maar een jaar later al voegde hij zich bij de koninklijke legers om de strijd tegen de protestanten aan te binden. Hij werd kamerheer van Hendrik van Navarre en later burgemeester van Bordeaux.

De dichter Hans van Pinxteren is in 1980 bekroond met de Martinus Nijhoffprijs voor vertalingen. Hij vertaalde onder anderen Artaud, Balzac, Flaubert, Rimbaud en Stendhal.