Het kind van Lucy is het verslag van een opzienbarende wetenschappelijke ontdekking. Fossielenjager Donald Johanson, door de Washington Post ‘the golden boy of anthropology’ genoemd, keert in de zomer van 1986 voor het eerst in tien jaar terug naar Afrika. Zijn reisdoel is een beroemd ravijn in Tanzania, waar Louis en Mary Leaky al belangrijke vondsten hebben gedaan. Wat bezielt Johanson om uitgerekend deze plek, die al zo uitvoerig antropologisch in kaart is gebracht, opnieuw te exploreren? Wil hij aan de ‘bottenoorlog’ die er woedt tussen hem en de familie Leaky, een nieuw hoofdstuk toevoegen door in hun ‘achtertuin’ te spitten? Tot verbazing van vriend en vijand vinden Johanson en zijn collega Tim White een stukje elleboog van twee miljoen jaar oud, later gevolgd door een stuk bovenkaak. Een vondst die ons weer een stap dichter brengt bij de oplossing van het raadsel van onze eerste voorouders. Johanson werd in 1974 wereldberoemd door zijn vondst van een half skelet van een vrouwelijk individu van ongeveer 3,5 miljoen jaar oud: Lucy. Johansons stelling dat we hier te maken hebben met de oudste menselijke voorouder wordt niet door iedere paleantropoloog, Richard Leaky bijvoorbeeld, onderschreven. In Het kind van Lucy, dat hij samen met de wetenschapsjournalist James Shreeve heeft geschreven, ontvouwt Johanson een nieuwe theorie over de menselijke evolutie en de ontwikkeling van onze hersenen. Het is een waardig vervolg op Johansons veelgeprezen boek LUCY, een wetenschappelijke speurtocht, geschreven met de vaart van een spannend verhaal.