Het kader waarbinnen het denken over economie zich tussen 750 en 1250 afspeelde, vormt het onderwerp van het door Dirk Noordman verrichte baanbrekende onderzoek. Bepaalde beweringen die door de meeste auteurs van standaardwerken over de geschiedenis van de economie worden gedaan, blijken volgens Noordman aantoonbaar onjuist te zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om de volgende drie punten, die kort samenvatten wat hierover tot nu toe vaak werd geschreven:

1. de kerkelijke moraalleer is allesbepalend geweest voor het middeleeuwse denken over economie
2. wat Thomas van Aquino in zijn Summa Theologiae heeft geschreven over economie, is representatief voor het middeleeuwse denken hierover
3. vóór de dertiende eeuw heeft men geen gedachten van enig belang ontwikkeld over de economie.

In zijn omvangrijke en diepgravende studie beschrijft Noordman hoe vroeg-middeleeuwse denkers op basis van stoïcijnse filosofie, de Bijbel en de eigen dagelijkse praktijk tot een geheel eigen filosofie van de economie zijn gekomen. Ideeën over huiseconomie en politiek spelen hierbij een belangrijke rol.

Economie en filosofie in de Vroege Middeleeuwen toont aan dat in een periode die al te vaak als een Niemandsland wordt beschouwd, in werkelijkheid een hele denkwereld bestond. Een denkwereld die niet alleen belangrijk is als schakel tussen die van de Oudheid en de scholastiek, maar die ook op zichzelf genomen bijzonder boeiend is.