Louwerse, P. - Geillustreerde Vaderlandse Geschiedenis

Schrijver:
Titel: Geillustreerde Vaderlandse Geschiedenis
Taal: Nederlands
Uitgever: Amsterdam van Holkema & Warendorf
Bijzonderheden:
Prijs: € 39,99 (Excl. verzendkosten)
Meer info:
VOORBERICHT.
(Aan „Oud en Jong Nederland".)
Van alle vakken, die op de gewone lagere school onderwezen worden, zijn er misschien geen, waarvan na verloop van eenige jaren zooveel verloren gaat, als van de Geschiedenis en Aardrijkskunde. Daarom was het, dat ik verscheidene historische verhalen schreef voor „Jong en Oud Nederland". — Maar een historisch verhaal dient vooral door „Jong Nederland" omzichtig gebruikt te worden. Waarheid en verdichting grenzen hier niet aan elkander, neen, ze maken één geheel uit, zoodat de lezer er vaak toe komt, de eene met de andere te verwarren. Daarom heb ik al jaren lang het plan gehad om voor „Jong en Oud Nederland" eens eene Vaderlandsche Geschiedenis te schrijven.
Het is er nu toe gekomen en thans dien ik ook wel te zeggen, wat ik door „Jong en Oud Nederland" versta.
Met „Jong Nederland" bedoel ik de kinderen, die den heelen cursus in eene volksschool doorloopen hebben en de Maatschappij intreden, als werkkracht op allerlei gebied, en met „Oud Nederland" bedoel ik de eenvoudigen in den lande die hetgeen zij in hunne jeugd van de Vaderlandsche Geschiedenis geleerd hebben, zoo goed als geheel vergeten zijn.
Of ik nu met dit boek mijn doel bereiken zal, hangt stellig evenveel af van de voorstelling der feiten, als van den toon waarin verteld wordt. Het woorden-
boek der spreek- en schrijftaal van de kinderen der volksschool en van de eenvoudigen is zoo heel groot niet. Ik heb mijn best gedaan, binnen de grenzen van dat woordenboek te blijven, en alleen in de hoogste noodzakelijkheid crebruikte ik vreemde woorden, die oorzaak zijn, dat ons eenvoudig volk zoo bitter weinig begrijpt van hetgeen het in nieuwsbladen en in sommige boeken welke eene wetenschap „Populair" behandelen, leest.
„PopulaireWetenschap is water en melk" las ik eens, en hiervan is veel waar, dat behoeft niet zoo te zijn. ie er slag van heeft, kan eene ingewikkelde z.zk voor het eenvoudige volk, dat toch óók wel denkt, zeer goed begrijpelijk Die slag bestaat in goed weten, wat men anderen leeren wil, en vooral wo•denkeus bij de mededeeling. De mondelinge mededeeling heeft veel de schriftelijke, omdat geen onzer schrijven durft, ja zelfs schrijven kan, Ej spreekt. Het geschrevene draagt steeds het keurslijf der taal- en Toch heb ik getracht dat keurslijf niet al te nauw te maken en — mogelijk in de nabijheid onzer spreektaal. Dit over taal, zinsdie naast de voorstelling der feiten gaan. Deze laatste evenwel groot gewicht in de schaal, en ik stel me zoo voor, dat enkelen czvq:lžaan terzijde zullen leggen, omdat ik sommige personen en feiten vo: dan men die heeft leeren kennen. Dat kan ik echter niet helpen. deze Geschiedenis te s c h r ij v e n, raadpleegde ik verschillende werken zeer richting. Voor zoover ik er over oordeelen kon, vond ik enkelen der nieuwere geschiedschrijvers op zet t el ij ke onwaarheden

VOORBERICHT.
Ik ontdekte alleen dit : Wilde men een' persoon, die bij de tegenpartij verheerlijkt werd, in een ongunstig daglicht stellen, dan zocht men alles uit zijn openbaar en huiselijk leven op, wat inderdaad niet mooi kan genoemd worden, men zich zooveel mogelijk onthield, het goede, dat hij gedaan had, mede te deelen. Bij vurige aanhangers van dien persoon kon ik dat goede en bijna niet anders dan dat goede vinden. Nu heb ik zooveel mogelijk getracht dat goed en kwaad ondereen te mengen, en daardoor kreeg ik meer gewone menschen. De heilige, zoowel als de booze geesten onzer geschiedenis zijn in dit boek zoo heilig en zoo boos niet. Wat personen geldt, geldt ook feiten. Of ik altijd en overal aan dat onpartijdig standpunt getrouw gebleven ben ? Ik heb er naar getracht, maar . . . . ikzelf zou haast durven zeggen van neen. Wanneer feiten of daden van personen in onzen geest vallen, och, dan komt men er ongemerkt toe om dat mooie, onpartijdige standpunt te verlaten. Dan het koele verstand, en is het hart aan het woord. Dit is het gevaarlijke pad van iedereen, die Geschiedenis vertelt of schrijft, gevaarlijk vooral in ons land met zijne gemengde bevolking ten opzichte der Godsdienstige Belijdenis. De „Tachtigjarige Oorlog" met zijne Godsdienst-twisten, waarin de „Politiek" zoo dikwijls eene leelijke rol speelde, is van al de gevaarlijke paden zeker wel het gevaarlijkste. Dit tijdperk, vooral het begin er van, heeft mij veel moeite gekost, en eerlijk beken ik, dat ik in dien doolhof van Godsdienst en Politiek dikwijls het spoor bijster werd.
Aan de Geschiedenis van de werken des vredes, aan Kunsten en Wetenschappen werd eene zeer bescheiden ruimte gegund ; zij laat zich moeielijk vertellen tegelijk met de Staatkundige Geschiedenis, zonder telkens den draad van het verhaal af te breken. Zij is dan ook veel meer eene geheel afzonderlijke Geschiedenis, die een werk op zichzelf vereischt. En dan — men moge er van zeggen, wat men wil, ik blijf voor wáár houden, dat de oorlogen, die in ons land zoo vaak samengingen met den strijd om het bestaan, en onze prikkelbaarheid op het punt van Vrijheid, van het „Land der kleihut-bewoners," het „Land van Rembrandt" gemaakt hebben. Daarom staat de Oorlogs-geschiedenis met hare oorzaken en gevolgen hier steeds op den voorgrond. Maar dat moet ik er dadelijk bijvoegen : op vestingwal, slagveld en oceaan ging ik zoo spoedig mogelijk de bloedige tafereelen voorbij om de mannen van karakter, van durven en van kunnen te zoeken.
Was deze Geschiedenis geen leesboek, maar een leerboek, ik zou een drukker gebruik van jaartallen hebben gemaakt. Nu achtte ik dat minder noodig. Terwille van hen, die evenwel toch gaarne weten wanneer dit of dat feit gebeurde, of wanneer een beroemd persoon geboren werd of stierf, is onmiddellijk achter dit voorbericht een zeer beknopt Tijdrekenkundig Overzicht met eene verdeeling in tijdvakken geplaatst.
Het spreekt vanzelf, dat elke merkwaardige gebeurtenis in onze Geschiedenis het einde van een oud en het begin van een nieuw tijdperk kan zijn. Maar het aantal Tijdvakken zou verbazend groot worden, als we die geheel lieten afhangen van elke merkwaardige gebeurtenis. We moeten ook niet vergeten, dat geen enkele merkwaardige gebeurtenis op zichzelve staat. De oorzaak van eene gebeurtenis ligt soms vele jaren van die gebeurtenis zelve af,en de gevolgen ervan waren de bouwsteenen voor de daarop volgende. De Geschiedenis is, als een ketting, waaraan ieder oogenblik eene nieuwe schakel gezet wordt, en eene volgende schakel zou niet vastgehecht kunnen worden, als er geen voorgaande was. Geen enkel land heeft zelfs eene Geschiedenis, die geheel op zichzelve staat ; iedere Byzondere Geschiedenis is slechts eene greep uit de Algemeene.
Maar hierover uitweiden komt in een voorbericht, dat toch al lang geworden is, minder te pas. Ik eindig dus met de hoop uit te drukken, dat mijn goede v,il mij niet al te ver beneden het middelmatige liet blijven, en dat ik voor VOORBERICHT. VII
het Publiek : „Oud en Jong Nederland", dat ik mij, als lezers voorstelde, iets gedaan heb ten goede.' '
Zoo schreef ik bij den eersten druk van dit werk en waar thans de tegenwoordige Uitgevers van dit werk besloten hebben om, nu de eerste druk uitverkocht is, er eene Volksuitgave van in den handel te brengen, heb ik het heele werk nog eens nauwlettend herzien, en daarbij een dankbaar gebruik gemaakt van de zeer waardeerende op- en aanmerkingen, die ik ontvangen mocht. Van niet alle op- en aanmerkingen maakte ik evenwel gebruik, vooral niet, omdat ze meer op de zienswijze, dan op de feiten betrekking hebben.
Onze Geschiedenis is nu eenmaal gedurende een' geruimen tijd eene groote worsteling van meeningen, en onwillekeurig komt men er eindelijk toe, om zich bij de eene of andere aan te sluiten, zonder evenwel den prediker van die meening door dik en dun te volgen. — Waar ik mijne meening nu niet prijs kon geven, daar bleef ik er bij, overtuigd zijnde, dat ik wartaal schrijven zou, waar ik wat anders schreef, dan ik geloofde. Ik hoop evenwel, dat het uiten mijner meening niemand voorkomen zal, hatelijk te zijn. — Eéne verandering heb ik ook niet gemaakt, waar de opmerking iets anders betrof dan een verschil van gevoelen. Het is deze. Men hield het er voor, dat het minder goed was een nieuw Tijdvak te laten beginnen met het vertrek van Leycester, en wilde dat liever beginnen met het „Twaalfjarig Bestand". Er valt voor die zienswijze veel te zeggen, doch ik meen, dat ook de mijne zich zeer goed verdedigen laat. — Is het begin van den oogst er dan, als het zaad opkomt, of als het zaad gezaaid wordt ? — Zeker, de gezaaide korrel kan verrotten en nimmer opkomen, en in dit geval is er van een' oogst geen sprake. Maar wil het zaad opkomen, dan moest het toch gezaaid zijn, want ook zonder dat geen oogst. Welnu, zonder te beweren, dat er in de Nederlandsche Maatschappij, na Leycesters vertrek, zulk een gewichtig feit plaats greep, dat allen er aan dachten en allen er over spraken, is het toch een feit, dat men t o e n begon met niet langer Monarchale hulp in het Buitenland te zoeken ; men begon met eene Regeering, die niets met het buitenland te maken had, waar het verplichtingen gold. Men beproefde op eigen kracht te steunen. Hoe dat gelukte bewees het „Twaalfjarig Bestand". Daarom bleef ik er bij, het Vierde Tijdvak te beginnen met het vertrek van Leycester.
Toen bijna het geheele werk reeds afgedrukt was, las ik in een dagblad een artikeltje over Gravin Jacoba van Beieren, en mij wijzende op het spreekwoord, dat hooge boomen veel wind vangen, maakte men aanmerking op mijne voorstelling, dat Gravin Jacoba op het laatst van haar kortstondig leven „waarschijnlijk" aan den drank was. Wat Bilderdijk van haar zegt, laten we liever buiten rekening, doch als we in aanmerking nemen, dat zelfs Dr. Nuyens haar niet in bescherming neemt, en ten slotte zegt : „Hare laatste levensjaren, van welke weinig bekend is, schijnen kalm geweest te zijn, en zij zelve tot bewustzijn te zijn gekomen van de groote verantwoordelijkheid, welke, voor vele harer daden, op haar rustte,' ' — dan is zijn „schijnen kalm geweest te zijn" al niet veel eervoller dan mijn „waarschijnlijk aan den drank geweest zijn". — Frans Löher, van wiens uitgebreid werk : „Jacoba van Beieren en haar tijd" onlangs een tweede druk verscheen, zegt van die laatste jaren : „En wie zal ons zeggen, in hoeverre zielelijden van nog anderen aard medewerkte tot deze slooping des lichaams : de bittere, knagende herinnering aan zoo menigen misgreep, zoo menige dwaling in haar jammerlijk mislukt leven ; de verterende wroeging, en het geheim zelfverwijt over het roekeloos schenden van den heiligen huwelijksplicht, over menige wreede daad, niet altijd te verontschuldigen door de harde noodzakelijkheid des oorlogs?' ' Het ging er, tot in het begin van 1436, vroolijk VIII VOORBERICHT.
toe op het slot Teylingen, doch in den zomer van dat jaar had de ter*ng al zulk een' omvang genomen, dat Jacoba het slot niet meer verlaten kon, en gaarne wil ik gelooven, dat de laatste maanden van haar leven kalm waren. Ze werd in de Hofkapel te 's-Gravenhage begraven, en dit zou, volgens den schrijver in het genoemde dagblad, niet geschied zijn, als zij geleefd had, zooals ik „waarschijnlijk" maakte. Voor mij is dat waarlijk geen bewijs. Vooreerst had Gravin Jacoba haar verlangen te kennen gegeven om in de kerk te Haeftinge bij St. Maartensdijk begraven te worden. „Maar de Hertogin-moeder verzette zich daar tegen : zij verlangde voor hare dochter eene plaats in de Vorstelijke Hofkapel te 's-Gravenhage. De andere testamentoren zagen ook op tegen de groote kosten eener begrafenis te St. Maartensdijk, en zoo kwam men overeen, dat de Vorstin, ondanks haar wensch, in de Hofkapel zou worden bijgezet".
En dan, zou de schrijver van dat dagblad-artikel durven verdedigen, dat ieder, wiens lijk in gewijde aarde rust, gestorven is in berouw en boete? — Natuurlijk heb ik tot het schrijven van dit boek mijne bronnen geraadpleegd, ook daar waar er van , Jacoba-kannetjes" sprake was. Dwaalden die bronnen, dan dwaalde ook lk• — Maar dat zijn zaken, die behooren bij het schrijven van eene Geschiedenis, en gelukkig, behooren ze in dit geval maar tot de onderdeelen.
Warm, buitengewoon warm werd van sommige zijden, ook bij verschil van meening, mijn werk aanbevolen. Men ontvange hiervoor mijn vriendelijken dank en houde zich overtuigd, dat ik getracht heb den tweeden druk beter te maken dan de eerste was. Het was mijn doel en dat ik het moge bereikt hebben, wensch ik oprecht. "
Dit was het voorbericht bij den tweeden druk en nu de derde druk ervan verschijnt, hier en daar nogal verbeterd, en ook tot op onzen tijd bijgewerkt, hoop ik weer oprecht, dat verbeteringen en aanvullingen dezen derden druk weer beter gemaakt hebben dan den tweeden. Jong en Oud Nederland heil !
Bij dezen vierden druk heb ik gedaan, zooals bij den tweeden en derden druk : verbeterd en bijgewerkt. Moge het boek bij de vierde rondreis in ons Vaderland even welwillend en vriendelijk ontvangen worden, als bij de drie vorige rondreizen, en onder „Jong en Oud Nederland" het werk doen, dat ik van het begin af mij voorstelde, dat het doen kon.
P. LOUWERSE.
'S-GRAVENHAGE, Juli 1908.
Verder lezen

ARCHIVARIS uit Vorden

zakelijk

Logo ARCHIVARIS

De verkoper zal binnen 3 werkdagen contact met u opnemen om de koop verder af te handelen.

Afbeeldingen (Klik om te vergroten)

Louwerse, P. - Geillustreerde Vaderlandse Geschiedenis Louwerse, P. - Geillustreerde Vaderlandse Geschiedenis

Voer uw gegevens hieronder in om deze titel te bestellen bij ARCHIVARIS

Stuur mij de Boekwinkeltjes nieuwsbrief
De captcha wordt geladen. Een ogenblik geduld...
Op het bezoeken van onze website, zo ook het plaatsen van een bestelling, zijn onze Algemene voorwaarden van toepassing.

Het huisnummer is ook opgegeven in het straat veld. Gelieve controleren of de velden straat en huisnummer correct zijn opgegeven.

Straat:
Nummer:

De captcha wordt geladen. Een ogenblik geduld...
 
  • Alle boeken zijn compleet en verkeren in normale antiquarische staat, tenzij anders beschreven. Kleine onvolkomenheden, zoals een ingeplakte ex-libris of een naam op het schutblad, zijn niet altijd vermeld
  • U handelt deze order direct af met ARCHIVARIS
    Dit boekwinkeltje is een zakelijke verkoper. Hierdoor heeft u o.a. herroepingsrecht waarmee u het boek binnen 14 dagen na ontvangst retour kunt sturen. Verder lezen.
  • Identiteit verkoper:
    ARCHIVARIS
    Kamer van Koophandel nummer: 65663934
    NL001444490B88
    www.archivaris.be
  • Na uw bestelling ontvangen u en ARCHIVARIS een bevestiging per e-mail. In de e-mail staan de naam, adres, woonplaats en telefoonnummer van ARCHIVARIS vermeld
  • De Koper betaalt de verzendkosten, tenzij anders overeen gekomen
  • ARCHIVARIS kan betaling vooraf vragen
  • Boekwinkeltjes.nl probeert Kopers en Verkopers tot elkaar te brengen. Boekwinkeltjes.nl is echter nimmer partij bij een overeenkomst die gesloten wordt tussen Koper en Verkoper door gebruikmaking van de site. Als u een geschil hebt met één of meer gebruikers, dient u dit zelf op te lossen. U vrijwaart Boekwinkeltjes.nl van enigerlei vorderingen, aanspraken op schadevergoeding en dergelijke, verband houdende met dergelijke geschillen.

Onthoud mijn gegevens

Veilig, snel en eenvoudig bestellingen plaatsen?

Registreer u vrijblijvend als koper!

Veiligheidscode

Uitleg over de veiligheidscode en instellingen

Wijzig veiligheidscode-instellingen

Besteld, hoe nu verder?

Nadat u een bestelling heeft geplaatst wordt er een bevestiging per e-mail verzonden naar u en de verkoper.
De verkoper zal binnen 3 werkdagen contact met u opnemen om de koop verder af te handelen. Afhankelijk van uw locatie heeft u in de meeste gevallen binnen 2 dagen uw bestelling in huis.